“Ik wou eigenlijk gewoon met die man spreken.”
“Soms slaan de stoppen door", dat is de redelijke uitleg van een opmerkelijke verkeersruzie in Brugge. "Gefrustreerde fietser gaat door het lint, en wil automobilist een lesje leren”, is een andere uitleg. Fietsers en auto’ zijn zelden mekaars vrienden. Beiden hebben argumenten te over om hun gelijk te halen.
Wie - bijvoorbeeld - ‘s morgens het centrum van Antwerpen binnenrijdt met een auto, heeft ogen te kort om fietsers te ontwijken die het recht in eigen handen nemen en van links naar rechts, zwalpend, steevast de kortste weg proberen te nemen. Een beetje zoals het Wilde Westen , zeg maar. De fietsers merken dan weer op dat zij de zwakke weggebruikers zijn en door koning auto te vaak worden genegeerd. Wanneer beide partijen dat begrijpen, vinden ze doorgaans een oplossing met het gezond verstand.
Doch, er is meer. Het is vaak een kwestie van juist en fout, van politieke correctheid, die zich vertaalt in een soort van fiets-fundamentalisme. Wie met een zakdoek op het zadel door de stad fietst, redt de wereld. Wie voor de auto kiest, warmt de planeet op. In deze reiken beiden zelden de hand van de verzoening.
Nu goed, in Brugge ging het fout tussen fiets en auto. En niet zomaar een auto: in de mainstream media lezen we zowaar dat het een BMW was. Dat is om problemen vragen, niet? En die waren er.
Op beelden die viraal gingen, is te zien hoe een man zijn fiets midden op de baan zet, en zo een "BMW" de doorgang verspert. Vervolgens slaat hij als een bezetene op de ramen en zijspiegel van de wagen. De bestuurder probeert nog langs de fiets heen te manoeuvreren, maar dat laat de boze man niet zomaar gebeuren. Hij klampt zich vast aan de auto en ‘surft’ vervolgens een kilometer aan de zijkant van de auto mee.
“Ik wou eigenlijk gewoon met die man spreken, maar hij weigerde”, zegt de autosurfer in een reactie in 'Het Laatste Nieuws’. “Daarop heb ik hem gewaarschuwd: ik zou zijn spiegel er af slaan. En dat is ook gebeurd, ja. Weet je, die spiegel zal ik moeten vergoeden. Dat begrijp ik ook wel.”
Maar de fietsheld gaat nog een stapje (grappend)verder: “Toen ik aan die wagen hing, hebben we ook ons enige ‘gesprek’ met elkaar gehad. Hij riep dat hij de politie zou bellen en ik heb teruggeroepen dat hij dat zeker moest doen.”
Ziezo, eind goed al goed?