Ik houd ervan als een voorstelling goed vooruitgaat. Het verklaart misschien ook waarom er zo weinig Limburgse stand-upcomedians zijn. Humor is essentieel en als het tempo hoog ligt, dan is het dubbel zo leuk. Het maakt allicht ook duidelijk waarom sommige virologen zo saai zijn op tv: traag en geen gevoel voor humor. Maar laat ons het hier even over leuke zaken hebben en niet over boomers die er uitzien alsof ze zeventig zijn.
David Galle mocht een kwartier zijn ding doen in de Toots Sessies op de VRT. Die vijftien minuten waren goed besteed. Soms heb je na een voorstelling het gevoel dat je je tijd verprutst hebt (een vrouw vertelde me ooit dat ze dat gevoel vaak had na de bed(wan)prestatie van haar partner). Na de performance van Galle was dat zeker niet zo.
Snelheid zat er zeker in het optreden. Het ging over de Bende van Nijvel, de coronacrisis en vooral de grenzeloze domheid en het onbesuisde egoïsme van het mensdom.
Galle is scherper dan grappiger, maar dat is geen probleem. Niemand heeft ooit in steen gebeiteld dat stand-upcomedy grappig moet zijn. Galle stelt dat de mens vandaag tot aan zijn lippen in een beerput staat en dus maar even zijn kak moet ophouden. Wie wil weten wat de West-Vlaming precies bedoelt, moet zeker kijken. Wat is een kwartier nu in het leven van een mens.