Factchecken is helemaal in, P-magazine springt mee op de kar.
De factcheckers van Knack en VRT zijn opiniemakers die media en social media-gebruikers moeten censureren, die dingen verkondigen die indruisen tegen de door de overheid opgelegde waarheden. De factcheckers van Het Nieuwsblad, die factchecken dan weer de kleuren van de Rode Duivels. Bij P-magazine hebben we besloten ons toe te leggen op zaken die al decennialang worden aangenomen als ‘waar’, maar die dat misschien helemaal niet zijn. Deze week: zag Jantje echt wel pruimen hangen?
Hieronymus van Alphen werd in Gouda (Nederland) geboren op 8 augustus 1746. Hij studeerde rechten in Leiden. In 1768 werd hij advocaat in Utrecht, in 1780 bevorderde hij tot procureur-generaal.
In 1768 – de periode dat hij aan de slag was als advocaat dus – schreef hij het vertelsel ‘Jantje zag eens pruimen hangen’. Een vertelsel dat tot op heden wordt aangenomen als waar. Er wordt naar verwezen in Nederlandse en Vlaamse films. Zowel De Strangers als Toon Hermans maakten er een lied over. In het Nederlandse Gulpen is er zelfs een restaurant dat ‘Jantje zag eens pruimen hangen’ heet. In ‘De IJzeren Schelvis’ van Suske en Wiske is Jerom ervan overtuigd dat Jantje echt waar de pruimen zag hangen.
Maar is dat wel zo? De schrijver van het vertelsel was in die periode advocaat, en het is die mensen hun job een loopje te nemen met de waarheid.
Bestonden pruimen al? Uit oude geschriften blijkt, dat de mens al (minstens) pruimen eet sinds de vijftiende eeuw. De kans dat sommige mensen toen en later pruimen zagen hangen, is dus reëel.
Bestond de voornaam Jantje al in die tijd, of had Hieronymus die naam verzonnen? We nemen een duik in de geschiedenis. De eerste Jan die we kunnen terugvinden waarvan sprake in de geschiedenisboeken, is Jan van Arkel, die geboren werd rond het jaar 1000. Het waren toen Foppe van Arkel en diens vrouw Maria van Oyen, die besloten om hun zoon Jan te noemen. Jan van Arkel was leenheer van Arkel en Heukelom, uit het eerste huis Arkel.
Het feit dat mensen reeds ver voor de achttiende eeuw pruimen zagen hangen en er al heel lang Jannen en kleine Jannen – en dus Jantjes bestonden, bewijst nog niet dat Jantje pruimen zag hangen. We besluiten het enkele Jannen zelf te vragen.
We bellen naar Jan V. uit Gent en vragen hem dat hij, toen hij nog een Jantje was, eens pruimen zag hangen. “Ik ben niet verzot op pruimen”, vertelt hij ons. “Eigenlijk eet ik veel te weinig fruit in het algemeen. Ik lust alleen maar mango’s.” Maar dat is natuurlijk nog geen antwoord op onze vraag. “Of ik ooit pruimen zag hangen? Ik zie ze soms wel in de supermarkt. Maar daar hangen ze niet. Daar liggen ze in het rek. Tussen ander fruit.” Ook wanneer we hem vertellen dat pruimen aan bomen groeien en dus hangen, gaat er bij Jan V. geen belletje rinkelen. “Ik ben een stadsmus. Ik ben ooit weleens in Bokrijk geweest. Daar kon je fruit van de bomen trekken en ter plaatse opeten. Maar dat waren enkel appelen en peren geloof ik, geen pruimen. Ik kan me dus niet herinneren dat ik ooit pruimen zag hangen.”
We contacteren eveneens Jan G. uit Zemst. Zijn antwoord is kort: “Of ik ooit eens pruimen zag hangen? Jullie zijn de leukste thuis zeker? Niks beters te doen?” waarna hij de verbinding verbreekt.
Euh, hallo Jan S. uit Zandhoven? “Het zal wel zijn dat ik als kleine jongen pruimen zag hangen. Of ze als eieren zo groot waren, dat kan ik me niet herinneren. Maar het zou weleens kunnen. Ik kom uit een boerenfamilie. Wij hadden koeien en kippen. En een grote groentetuin. Naast die groentetuin lag een boomgaard. Daar stond een appelboom, een perenboom, een perzikenboom, verschillende struiken met allerhande bessen en dus ook een pruimenboom. Ik denk zelfs twee pruimenbomen. Helemaal zeker weet ik dat niet meer. Maar minstens één: daar heb ik dus de pruimen zien hangen.”
Conclusie
Hieronymus van Alphen beweert in 1768 dat Jantje pruimen zag hangen. Pruimen bestonden toen, net als Jantjes, dus het is mogelijk. Uit onze steekproef blijkt echter, dat minstens één op drie Jantjes de pruimen nooit zag hangen, enkel liggen. We beoordelen de stelling ‘Jantje zag eens pruimen hangen’ dan ook als misleidend.