In Brussel vergaderen de ministers van Buitenlandse Zaken van de NAVO over extra militaire hulp aan Oekraïne. De Oekraïense regering vraagt meer én vooral zwaardere wapens. Het gaat dan om offensieve wapens. Maar niet iedereen binnen de NAVO vindt dat een goed idee. De reden hiervoor is dat de NAVO geen rechtstreekse partij is in dit bilaterale conflict tussen agressor Rusland en verdediger Oekraïne.
Tegelijk beseft iedereen dat de NAVO wel beschouwd wordt als een partij aangezien bijvoorbeeld NAVO-land Tsjechië onlangs offensieve tanks leverde aan Oekraïne. De grens met een proxy-war is flinterdun.
Op die NAVO-bijeenkomst van de ministers van Buitenlandse Zaken ligt de vraag op tafel of het militair bondgenootschap ook een coördinerende rol moet spelen bij de wapenleveringen aan Oekraïne. Dat Polen fungeert als doorgeefluik, is niet zonder risico vindt De Tijd.
VRT: "Voor een goed begrip: de NAVO zelf als organisatie levert geen wapens aan Oekraïne en komt ook niet tussenbeide in de oorlog. Maar verschillende NAVO-lidstaten leverden wel wapens op eigen initiatief, waaronder ons land."
De NAVO-landen zitten vandaag dan ook bijeen om ervoor te zorgen dat die wapenleveringen op het niveau van de lidstaten in overeenstemming blijven met de missie van de NAVO, namelijk de verdedigings- en afschrikkingsstrategie. Vraag is of die lijn al niet allang werd overschreden.
De discussie zal vandaag dan ook gaan over welke wapens NAVO-lidstaten kunnen leveren. "Bij onze vergadering later met de NAVO-ministers van Buitenlandse Zaken, ben ik er zeker van dat we de nood aan meer luchtverdedigingssystemen zullen aanpakken, aan antitankwapens, lichtere, maar ook zwaardere wapens en vele andere types steun aan Oekraïne", zei NAVO-secretaris-generaal Jens Stoltenberg bij zijn aankomst op het NAVO-hoofdkwartier in Brussel.
Sommige landen vinden echter dat NAVO-lidstaten alleen defensieve wapens mogen leveren. Wel antitankwapens bijvoorbeeld, maar geen aanvalswapens, wel luchtverdedigingssystemen, maar geen gevechtsvliegtuigen.
Maar voor Oekraïne doet dat onderscheid niet meer ter zake als een land wordt aangevallen en de aanvallers moet terugdrijven. Dan heb je daar misschien wel tanks voor nodig, argumenteerde de Oekraïense minister van Buitenlandse Zaken Dmitro Koeleba, die vanmorgen een stand van zaken kwam geven aan de ministers van Buitenlandse Zaken van de NAVO.
Ook de buitenlandministers van Finland, Zweden en Georgië waren daarbij aanwezig, net als die van Australië, Japan, Nieuw-Zeeland en Zuid-Korea (de partners in de Aziatisch-Pacifische regio). In de namiddag vergaderen de NAVO-ministers dan zonder Koeleba.
Koeleba liet er verstaan wat zijn land nodig heeft. "Mijn agenda is heel simpel, er staan maar drie punten op: wapens, wapens en wapens", vertelde hij aan de pers. Die zijn nodig om de Russische opmars in het oosten van Oekraïne tegen te houden, stelde Koeleba. Hij riep de NAVO-landen op niet langer te aarzelen. "Hoe raar het ook mag klinken, maar vandaag dienen wapens de vrede."
"Hoe sneller de wapens geleverd worden, hoe meer levens er zullen gered worden en hoe meer vernielingen zullen vermeden worden", aldus Koeleba. Volgens de minister heeft Kiev nood aan vliegtuigen, pantservoertuigen en luchtafweer. "Ik roep alle bondgenoten op hun twijfel en terughoudendheid aan de kant te schuiven en aan Oekraïne alles te leveren wat het nodig heeft", zei Koeleba.
Hij onderstreepte dat met het oog op Oekraïne er geen onderscheid is tussen offensieve en defensieve wapens. Koeleba noemde landen die dat onderscheid maken, schijnheilig.
Minister Koeleba in een verklaring: “Als het om Oekraïne gaat, zou er niet zo'n verschil moeten zijn tussen defensieve wapens en offensieve wapens. Omdat elk wapen dat op het grondgebied van Oekraïne wordt gebruikt, door het Oekraïense leger, tegen een buitenlandse agressor per definitie defensief is.”
De minister uitte ook kritiek aan het adres van Duitsland. Dat land kan inzake wapenleveringen meer doen "gezien zijn reserves en capaciteiten". Er wordt samengewerkt met de Duitse regering, maar het meest verontrustende probleem is het lange beslissingsproces in Berlijn. "Terwijl Berlijn tijd heeft, heeft Kiev geen tijd", aldus Koeleba.
Voor de poorten van het hoofdkwartier van de NAVO in Evere heeft donderdag ook een 50-tal mensen betoogd voor meer militaire hulp voor Oekraïne. Ze vragen zich af hoeveel meer doden er nog moeten vallen vooraleer de NAVO-lidstaten een no-flyzone instellen boven Oekraïne.
Net als veel andere westerse landen beloofde België zopas nog meer wapens te leveren aan Oekraïne. Premier Alexander De Croo deed die belofte in de videoconferentie met de Oekraïense president Zelenski in de Kamer. Intussen zijn weer wapens met militaire konvooien naar Polen gebracht, waar ze verder worden bezorgd aan de Oekraïense strijdkrachten.
Veel controle op de wapenleveringen is er niet, bleek eerder volgens De Tijd. “Wapens van FN-makelij kwamen niet terecht bij het Oekraïense leger, maar bij het vreemdelingenlegioen. Dat deed vragen rijzen, omdat dat legioen geen notie heeft van het oorlogsrecht, terwijl dat nodig is volgens het internationaal recht.”
De kwestie veroorzaakte weinig ophef, omdat het Oekraïense leger het vreemdelingenlegioen officieel beschouwt als een onderdeel van het reguliere leger. Maar het gaf volgens de krant aan hoe delicaat die wapenleveringen zijn.
De Tijd: “Ook nu weer ging het bijna mis. De federale politie wilde uit haar voorraad 'hollow point'-munitie leveren: dat zijn kogels die fragmenteren bij het treffen van het lichaam. Maar zulke kogels zijn in strijd met de Conventie van Genève. Politiemensen mogen ze gebruiken, militairen niet.”
En er doken nog problemen op. “Zo waren de special forces van de federale politie er niet gelukkig mee dat ze hun Scars-wapens van FN-makelij moesten afstaan. Bovendien deed de Belgische douane moeilijk over de levering. Intussen zijn die problemen opgelost en zijn de automatische wapens geleverd volgens Binnenlandse Zaken.”