Het Koninklijk Huis van Nederland en de Nederlandse staat hebben geprofiteerd van de opbrengsten uit Japanse dwangbordelen in Nederlands-Indië. Dat schrijft Follow The Money (FTM) op basis van eigen onderzoek. Het onderzoeksjournalistieke platform schat dat het omgerekend naar vandaag om 156,5 miljoen euro gaat.
De NOS: “Tussen 1942 en 1945 werden 70.000 vrouwen, ook wel 'troostmeisjes' genoemd, tijdens de Japanse bezetting van Nederlands-Indië onder dwang aan het werk gezet in bordelen. Japan gebruikte het geld om de oorlog te financieren. Het geld werd dagelijks gestort bij twee oorlogsbanken in Nederlands-Indië: de Bank of Taiwan en de Yokohama Specie Bank.”
De Nederlandsche Handel-Maatschappij (NHM) heeft volgens FTM van het stoppen van die banken geprofiteerd. Het onderzoeksplatform zegt dat het "met een conservatieve schatting" (alleen de stortingen van de laatste drie maanden voordat Japan capituleerde) gaat het om 25,76 miljoen gulden. Geïndexeerd over de periode 1945-2021 komt dat neer op ruim 156,5 miljoen euro".
De Nederlandse staat en het Koninklijk Huis waren grootaandeelhouders van de NHM. Koning Willem I bezat 4000 aandelen. Die gingen vervolgens naar prinses Wilhelmina, koningin Juliana, prins Bernhard en de prinsessen Beatrix, Irene, Margriet en Christina. Het dividend per aandeel is destijds bij uitzondering onbelast uitgekeerd.
De Rijksvoorlichtingsdienst laat aan de NOS weten niet te kunnen verifiëren wat er met het bordeelgeld is gebeurd.