“De oude man en de zee.”
Jarenlang kon je in een Japanse tempel voorspoed gaan vragen aan de mummie van een zeemeermin. Het afschrikwekkende creatuurtje werd er tentoongesteld en aanbeden. ‘Gelovigen’ dachten zelfs dat de mummie een einde aan de coronapandemie kon maken. Daarvoor had de wetenschap uiteraard andere tovenaars, waarzeggers en pillendraaiers.
Nu goed, hoe echt was/is de Japanse mummie nu eigenlijk? Na een uitvoerig onderzoek is daar nu een wetenschappelijk antwoord op gekomen. De zeemeermin blijkt niets meer dan een in elkaar geknutseld beeldje van wat visschubben en -tanden, papier en katoen te zijn. Het was dus te mooi om waar te zijn. Er bestond nochtans een brief – geschreven in 1903 – waarin de vorige eigenaar beschreef dat de zeemeermin tussen 1736 en 1741 in een visnet zou zijn gevonden door een zeeman. Hij wist niet wat het was en verkocht de zeemeermin in Osaka als ‘een vreemde vis’.
Eigenlijk was dat nog niet zo heel ver van de waarheid. Uit CT-scans, dna-onderzoek en koolstofanalyses, blijkt dat de huid van een kogelvis werd gebruikt op de armen, schouders, nek en wangen. De kaken zijn van een onbekende vleesetende vis. Doch, daar stopt het bij de visafdeling.
Het grootste deel van het bovenlichaam van de mummie blijkt gemaakt van stof, papier en katoen.Het haar van het wezen is van een zoogdier, de nagels zijn gemaakt van dierlijke keratine. Een pasta van zand of houtskoolpoeder werd gebruikt om het lichaamsoppervlak te schilderen. Een aantal delen van het bouwwerkje stammen uit het einde van 1800. Toen was er blijkbaar een visser met de ambitie van een Jan Fabre.