19 graden in woningen, 17 graden in bedrijven.
“Elk nadeel heeft zijn voordeel”, zei Johan Cruyff. In een crisis wordt die oneliner gebruikt als glijmiddel voor lastige boodschappen. Elke maatregel heeft zijn promopraatje.
Straks wordt ons gevraagd om de verwarming lager te zetten. Een chauffage-politie is er nog niet. Maar wat niet is, kan nog komen. Hoe dan ook, het zou ook voordelen hebben. Professor Pontecorvi (Cattolica): "Het verlagen van de temperatuur met een paar graden kan alleen maar goed zijn voor de gezondheid en positieve effecten hebben op het vetorgaan." Een temperatuur van 19 graden – in plaats van 20 of 21 – zou dus gezond zijn en je zou er van afvallen.
“De ideale temperatuur voor ons welzijn is 19 graden”, zegt Pontecorvi. “Onze bondgenoot wordt bruin vetweefsel genoemd, een soort interne radiator die calorieën verbrandt om ons op te warmen en onze lichaamstemperatuur op 37 graden te houden. Het bruine vetweefsel maakt samen met het witte - waar de meesten van ons tegen vechten - deel uit van het zogenaamde vetorgaan, een orgaan dat hormonen kan produceren. De twee weefsels kunnen in elkaar overgaan. De verwarming met een paar graden verlagen, stimuleert daarom de witbruine transdifferentiatie, activeert bruin vetweefsel, verbrandt vet en doet ons afvallen. En het vermindert ook het risico op het ontwikkelen van bepaalde ziekten die verband houden met obesitas en overgewicht."
Dat we dat dan al niet eerder gedaan hebben , vraag je je af.
“In een klinische studie brachten vijf gezonde mannen gedurende vier maanden de nacht door in een laboratorium bij een gecontroleerde temperatuur van 19 graden. In slechts één maand tijd nam het bruine vet met ongeveer 40 procent toe en verbeterde de insulinegevoeligheid, een maatstaf voor een gezond metabolisme. Omgekeerd, toen de vrijwilligers in een kamer bij 27°C mochten leven, verdween dat bruine vet weer. Het is geen toeval dat de te hoge temperatuur van de huizen wordt gezien als een van de oorzaken daarvan.”
Nu is de vraag, als we – zoals Alexander De Croo meldde – tien winters lang gaan vermageren, worden we dan niet té mager?
