De aarde warm sneller op omdat de lucht properder is geworden.
De mens is een slim dier, maar op het eind van de rit blijkt de natuur vaak toch nog altijd een beetje slimmer. “Oh schone wereldbol, ik snap er niet veel van”, zong Urbanus. "Het is gewoon een wonder wat je allemaal kan.” Uit de coronacrisis hebben we vooral geleerd dat wetenschappers proberen de natuur een stapje voor te zijn, maar uiteindelijk altijd net te laat komen en dat moeder natuur met een verrassing komt die ze niet – of onvoldoende – hadden voorzien.
In onze strijd tegen de opwarming van de aarde, stelt zich blijkbaar een zelfde – onvoorzien – probleem. De luchtkwaliteit is de afgelopen decennia flink verbeterd in Europa, maar het heeft blijkbaar een keerzijde. Meer zonlicht bereikt hierdoor het aardoppervlak en zou daardoor de aarde dus sneller opwarmen. Het lijkt erop dat we onze planeet om zeep helpen door het te willen redden.
In 1980 was de gemiddelde concentratie stikstofoxiden nog 17 microgram per kubieke meter, in 2015 nog maar 7 microgram. De hoeveelheid fijnstof nam af van 59 naar 12 microgram, lezen we bij ‘Welingelichte Kringen’. Het zou ons zes extra levensjaren opleveren, maar door zo proper te zijn wordt het alsmaar warmer. “In Europa is 15 tot 50 procent van de opwarming toe te schrijven aan schonere lucht. Hoe groot dat effect is, kun je indirect ook afleiden aan het verschil met Azië: in Europa gaat de opwarming veel sneller, maar is ervook veel meer gedaan om de luchtkwaliteit te verbeteren.”