Met het Grand Egyptian Museum krijgt Cairo (GEM) er vanaf oktober aanstaande een publiekstrekker van formaat bij.
Het toerisme naar Egypte trekt weer aan, ook bij de Belgen. Logisch, want iedereen wil minstens één keer in zijn leven de piramides van Gizeh, het enige overblijvende wereldwonder uit de klassieke oudheid, met eigen ogen aanschouwen. De grote Sfinks, de Islamitische wijk, de hangende kerk, de Saladin Citadel, de moskee van Mohamed Ali, het Egyptisch museum en de grootste en oudste Khan El Khalili soukh vervolledigden de lijst van niet te missen bezienswaardigheden van Cairo.
Vanaf oktober 2020 komt er het langverwachte Grand Egyptian Museum bij. Jarenlang werd er aan gebouwd, de opening werd ook al een paar keer uitgesteld, maar als alles volgens plan verloopt, opent het nieuwe museum in oktober 2020 zijn deuren. Met zijn 480.000 vierkante meter is het GEM alvast ’s werelds grootste archeologisch museum.
Gelegen op twee kilometer van de piramides van Gizeh en makkelijk bereikbaar via de ringweg en met het openbaar vervoer, moet het GEM hét toeristisch visitekaartje bij uitstek worden. Men mikt dan ook op een jaarlijkse toestroom van 4 miljoen toeristen.
Honderdduizend artefacten zullen er tentoongesteld worden, waaronder een groot deel dat nog nooit getoond werd. Het museum wordt thematisch opgebouwd. Eén deel zal de fysieke gesteldheid van Egypte en de Nijl behandelen, in andere ruimtes komt het dagelijks leven van de Egyptenaar, door de eeuwen heen, aan bod.
Het Grand Egyptian Museum zal het wereldberoemde Egyptisch Museum van Cairo niet vervangen of “opslorpen”, maar wel verhuist de volledige Toetanchamoncollectie naar het GEM. Zomaar liefst 7.000 vierkante meter wordt voorbehouden om voor het eerst in de geschiedenis alle 5.400 objecten te exposeren die in het graf van deze alombekende heerser gevonden werden.
De bedoeling van de hele Toetanchamonexpositie is om er een beklijvende totaalervaring van te maken, waarbij de bezoekers als het ware deelnemen aan het leven van de farao. Zien wat hij at, hoe hij zich kleedde, hoe hij zijn dagen doorbracht en hoe hij tenslotte stierf en begraven werd. Interactiviteit staat daarbij hoog in het vaandel, en er is ook gedacht aan een heus kindermuseum.
In de kelderverdieping zijn diverse laboratoria ondergebracht voor wetenschappelijk onderzoek, voor restauratie en voor conservering. In het “craft centre” wil men oude en vergeten kunsten en ambachten nieuw leven inblazen. 28 shops, 10 restaurants, een conference centre en een 3D bioscoop met 250 zitplaatsen vervolledigen de accommodatie.
Het gebouw is nagenoeg helemaal klaar. De grote uitdaging bestaat er nu in om de tienduizenden artefacten op de juiste plaats, met de juiste lichtinval en geschikte temperatuur tentoongesteld te krijgen tegen oktober. Cross fingers.
