Hezbollah-leider Hassan Nasrallah suggereert in zijn eerste openbare toespraak na de dodelijke explosies van piepers en walkietalkies dat het aantal doden en gewonden nog hoger had kunnen zijn, omdat sommige piepers niet waren uitgedeeld en andere zich niet in de buurt van Hezbollah-terroristen bevonden toen ze ontploften.
Volgens media in Israël is die stelling onjuist. Zij beweren dat het aantal doden en gewonden veel hoger is dan wat officieel in Libanon wordt aangegeven.
Nasrallah: “God is genadig en heeft meer doden en gewonden voorkomen. Een aantal piepers was buiten gebruik of uitgeschakeld. Sommige waren niet toegewezen en lagen nog opgeslagen.”
“Dit is puur terrorisme. We noemen dit het bloedbad van dinsdag en het bloedbad van woensdag. Dit zijn oorlogsmisdaden of op zijn minst oorlogsverklaringen”, zegt hij.
Hij zegt dat de terreurgroep een "zeer harde" klap heeft gekregen en beschrijft de aanslagen als “ongekend” in Libanon.
Nasrallah zegt dat er onderzoekscommissies zijn gevormd om te bestuderen hoe de explosies hebben plaatsgevonden en hoe de piepers verdeeld werden en dat hij zal wachten tot hij de evaluaties van die onderzoeken ziet.
Hezbollah-leider Nasrallah nog: “De vijand heeft eigenlijk alle rode lijnen overschreden." Volgens hem gebeurden veel explosies “in ziekenhuizen, in apotheken, op markten, in winkels, in huizen, in auto's" en “in straten waar veel burgers waren met vrouwen en kinderen."
Hij voegde eraan toe dat ongeveer 4.000 piepers het doelwit waren en dat de explosies bedoeld waren “om 4.000 mensen in één keer te doden."
“Dit is de schaal van de criminaliteit”, zegt Nasrallah. “Hoe kunnen we dit soort criminele acties noemen - is het een grote operatie? Is het genocide? Is het een bloedbad?”
