“Og grote wereldbol, ik snap er niet veel van…”
De VN-klimaatconferentie in Bakoe is afgesloten met een akkoord dat 300 miljard dollar vrijmaakt om ontwikkelingslanden te ondersteunen in hun strijd tegen klimaatverandering. Het klinkt indrukwekkend, maar achter de schermen rommelt het hevig. Het akkoord werd verdeeld onthaald: sommigen zien het als een kleine overwinning, anderen als een schamele pleister op een gapende wonde. Hoe groot is de impact echt? En wat betekent dit voor ons?
1. Wat is er beslist?
De voorzitter van COP29 sloot de conferentie af met een aantal opvallende maatregelen. Dit zijn de hoofdpunten:
- 300 miljard dollar voor ontwikkelingslanden: Tegen 2035 moeten de rijke landen jaarlijks dit bedrag ophoesten om kwetsbare naties te helpen hun uitstoot te verminderen en zich aan te passen aan de gevolgen van klimaatverandering.
- Internationale koolstofmarkt: Landen en bedrijven kunnen hun uitstoot "compenseren" door bijvoorbeeld te investeren in herbebossing in Afrika. Dit systeem moet flexibel zijn, maar roept meteen ook ethische vragen op.
- Fossiele brandstoffen in de ban, met een kanttekening: De ambitie om fossiele brandstoffen uit te faseren blijft overeind, al wordt deze in de slottekst alleen impliciet vermeld. Oliestaten probeerden dit punt te blokkeren, maar moesten uiteindelijk buigen.
- Fonds voor klimaatschade en gendergelijkheid: Er zijn stappen gezet om "loss and damage" te vergoeden, en het programma rond gendergelijkheid in de klimaattransitie wordt verlengd.
De echte headline is echter dat bedrag van 300 miljard dollar. Toch roept het meer vragen op dan antwoorden biedt.
2. Is dat genoeg?
Het antwoord is voor velen een duidelijke nee. Volgens de VN hebben ontwikkelingslanden volgend jaar al 1.100 miljard dollar nodig om de schade door klimaatverandering te dekken en hun uitstoot terug te dringen. Het bedrag van 300 miljard dollar is dus niet meer dan een fractie van wat nodig is.
Wat de situatie nog nijpender maakt: het afgesproken bedrag moet pas tegen 2035 gehaald worden. Tegen die tijd zullen de kosten door klimaatverandering alleen maar stijgen. Ontwikkelingslanden hadden een vraag van 1.300 miljard dollar per jaar op tafel gelegd, maar kwamen van een kale reis terug. De "Bakoe naar Belém-roadmap" noemt dat bedrag wel als toekomstig streefdoel, maar zonder enige verplichting.
Tot overmaat van ramp is het onduidelijk hoe dat geld wordt vrijgemaakt. Ontwikkelingslanden vroegen specifiek om subsidies, maar Bakoe laat ruimte voor leningen en privé-investeringen – wat de schuldenlast van die landen alleen maar zal vergroten.
3. Wie wint er bij dit akkoord?
De grote winnaars zijn onmiskenbaar de rijke industrielanden en groeilanden zoals China en Saudi-Arabië:
- Het Westen: Europese en Noord-Amerikaanse landen hielden vast aan hun plafond van 300 miljard dollar, een bedrag dat overeenkomt met een indexering van de huidige belofte van 100 miljard dollar per jaar. Dit ondanks zware druk van kleine eilandstaten en kwetsbare landen, die zelfs dreigden de conferentie te verlaten.
- China en andere groeilanden: Ondanks hun enorme economische groei en stijgende uitstoot zijn deze landen niet verplicht bij te dragen aan het klimaatfonds. China, tegenwoordig de grootste uitstoter ter wereld, kan vrijwillig bijdragen, maar is daartoe niet verplicht. Dit ondanks pogingen van het Westen om die regeling te veranderen.
Ironisch genoeg kozen veel ontwikkelingslanden ervoor zich te scharen achter China, een belangrijke economische partner, wat de druk op Beijing om bij te dragen aanzienlijk verminderde. Een strategische blunder die hen mogelijk nog duur zal komen te staan.
4. Wat betekent dit voor ons?
Voor België en andere industrielanden betekent het akkoord waarschijnlijk een forse verhoging van de financiële bijdragen.
In 2022 droeg België al 154 miljoen euro bij aan het bestaande klimaatfonds van 100 miljard dollar. Dat bedrag zal nu exponentieel stijgen. Vlaams minister van Klimaat Melissa Depraetere (Vooruit) stelt gerust dat Vlaanderen niet extra zal moeten bijdragen omdat andere landen "hun deel zullen doen". Maar met de onwil van groeilanden zoals China en Saudi-Arabië blijft dat een gok van formaat.
Of de Belgische belastingbetaler hier uiteindelijk de rekening voor gepresenteerd krijgt, lijkt een kwestie van tijd.
5. Wat brengt de toekomst?
De echte test volgt volgend jaar in Brazilië, waar COP30 plaatsvindt.
- Meer geld nodig: De vraag blijft of het bedrag van 300 miljard dollar verhoogd kan worden. Het Azerbeidzjaanse voorzitterschap heeft hete hangijzers doorgeschoven naar de volgende conferentie.
- Nieuwe Amerikaanse president: De aanwezigheid van Donald Trump, die weinig moet weten van klimaatbeleid, kan een groot struikelblok vormen. De VS draagt momenteel maar een fractie bij van wat het zou moeten, gezien de historische verantwoordelijkheid van het land voor klimaatverandering.
- Grotere verdeeldheid: De conferentie in Bakoe heeft de kloof tussen Noord en Zuid alleen maar vergroot. Ontwikkelingslanden voelen zich opnieuw in de steek gelaten door rijke landen die hun historische beloftes niet nakomen.
Het akkoord van Bakoe voelt als een halfslachtige poging om de status quo te behouden. Terwijl de aarde verder draait en de druk op kwetsbare landen toeneemt, lijkt echte mondiale samenwerking ver weg. Voorlopig blijft het Westen betalen, maar de vraag is hoe lang dat vol te houden is zonder bredere steun.
(Foto: Shutterstock)