Tijdens deze lockdown moeten ook scheveschaatsrijders (m/v) in hun kot blijven. De oppergod der Vlaamse letteren omschrijft dat dit niet altijd alles is.
Herman Brusselmans omschrijft in een column in Humo hoe het is om, tijdens de lockdown, onder een dak te zitten met je partner. Voor de ene is dat volgens hem al wat leuker dan voor de andere:
“Je mag voorlopig alleen van jetje geven met je eigen partner. Vaak is dat niet leuk, pakweg als je een partner hebt met ternederhangende loezen, haarslierten tussen haar navel en haar vaginale gebieden, een gebit om op te schieten en een adem waarmee ze het in een slechtegeurwedstrijd kan winnen van het vilbeluik. Gelukkig heb ik een heel ander soort partner, met een lichaam van een uit de hemelen gesodemieterde godin, tietjes als perzikjes, een flamoes als een lentebries in kakelvers vlees vervat, en ruikend naar bloemetjes uit de tuin van Eden. Toch hebben ook wij minder seksuele omgang dan voor de crisis, want je denkt algauw: als ik m’n tong in de anus van m’n geliefde douw, zouden daar dan geen enge, coronagerelateerde beestjes zitten?”