In mei en in juni van dit jaar werden in meerdere provincies van ons land controles uitgevoerd in nagelsalons, die vanaf 18 mei opnieuw opengingen. Daarbij werden negentien salons gecontroleerd.
In achttien daarvan werden volgens Peter Van Hauwermeiren en Stéphanie Schulze van de RSZ – Algemene Directie van de Inspectiediensten (Themadirectie mensenhandel) ‘sociaalrechtelijke inbreuken’ vastgesteld, in zeven salons werd illegale tewerkstelling vastgesteld van Vietnamese arbeidskrachten. De resultaten staan in een recent verslag van Myria over mensensmokkel.
In twee etablissementen werden er indicatoren van economische uitbuiting opgemerkt bij drie Vietnamezen. In die beide gevallen werd de arbeidsauditeur op de hoogte gebracht van de feiten die wezen op mensenhandel.
Een vermoedelijk slachtoffer werd doorverwezen naar een gespecialiseerd opvangcentrum. Het betrof een 18-jarige Vietnames jongeman die primitief was gehuisvest in de kelder van het nagelsalon waar hij werkte. Hij had geen enkel document, kreeg nauwelijks loon voor prestaties van maandag tot zaterdag, beschikte niet over een badkamer of douche en had zelfs geen warm water. In een ander salon werd een jonge vrouw aangetroffen die naar België was gereisd nadat de nagelstudio in Boedapest waar zij werkte had moeten sluiten door coronamaatregelen.
Het probleem van de goedkope Vietnamese nagelsalons is duidelijk een internationaal fenomeen dat al in verschillende Europese grootsteden op de radar staat. Goede werkkrachten reizen vaak van het ene salon naar het andere. De nagelsalons worden ook vaak uitgebaat door criminele netwerken.
Volgens Bruno Devillé, teamleider ECOSOC, hebben de uitbaters van dit soort goedkope nagelsalons “een parallelle economie uit de grond gestampt”. Hiermee doen ze door de lage prijzen ook oneerlijke concurrentie met gewone, eerlijke schoonheidssalons. Hij vertelde het vorig jaar al aan de VRT. Uit de bevindingen van de RSZ blijkt dat de situatie enkel verergerd is.