Het is eens wat anders.
Dat de mens in zijn pubertijd okselhaar krijgt, doet Moeder Natuur niet om ons te pesten. Okselhaar had lang geleden zin.
De oermens had het namelijk niet gemakkelijk. In de plaats van naar de beenhouwer te gaan, moest hij zijn stukje vlees zelf vangen. Een groentewinkel was er ook al niet in de oertijd. Als jager-verzamelaar was de mens de godganse dag druk in de weer, of hij crepeerde van de honger. Okselhaar zorgde ervoor dat er tijdens al die noeste arbeid minder wrijving was tussen de huid van de bovenarm en die van de borstkas.
Ten tweede: onze zweetklieren scheiden feromonen uit, die door het okselhaar vastgehouden worden. Die worden door de neusvleugels van een potentiële partner opgevangen, waardoor die zin krijgt om tezamen aan het nageslacht te werken. Dat was in de oertijd toch zo. De mens van tegenwoordig gebruikt zeep, deodorant, parfum, aftershave en weten wij veel wat nog allemaal, waardoor die feromonen niet meer waar te nemen vallen.
Okselhaar is tegenwoordig bijgevolg redelijk overbodig, zo zou u kunnen stellen. Niet helemaal abnormaal dat vooral de dames ooit begonnen met het scheren ervan.
Maar tegenwoordig zijn er opnieuw meer en meer vrouwen die hun okselhaar gewoon laten staan. En de allernieuwste trend? Het kleuren ervan.
