We zijn ondertussen aan dag 11 van het militaire conflict tussen Rusland en Oekraïne. Analisten stelden bij de aanvang dat Rusland over Oekraïne zou walsen. De militaire superioriteit van Rusland is immers zo uitgesproken, dat de oorlog snel voorbij zou zijn. En er is ook de economische kostprijs voor Mokou: oorlog voeren is zeer duur.
Vandaag moeten de militaire analisten toegeven dat de Russische campagne traag verloopt. Mason Clark volgt Rusland. Hij is Lead Russia Analyst bij het Institute for the Study of War. Clark bestudeerde onder andere de strategie van het Russische leger in Syrië. Clark: “De belangrijkste les van het Russische leger uit Syrië is de noodzaak om ‘superioriteit van management’ te krijgen in toekomstige conflicten.”
De Russen definiëren superioriteit van management als 'het sneller nemen van betere beslissingen dan de tegenstander' en vooral 'het dwingen van de tegenstander om binnen een Russisch beslissingskader te opereren'. Clark denkt dat het verkrijgen van superioriteit van het management de belangrijkste focus van commandanten zal zijn in steeds snellere en complexere conflicten.
Ook Clark moet - na zijn analyse van de Russen in Syrië - toegeven dat het militaire optreden van Rusland in Oekraïne best merkwaardig is. Clark in de media: "Het is eerlijk gezegd wonderbaarlijk dat ze (de Russen, red.) de Oekraïense luchtmacht hebben toegestaan om acht dagen na het starten van de oorlog operationeel te blijven, terwijl ze (Rusland) theoretisch de capaciteiten hadden moeten hebben om de vijand (Oekraïne) al heel vroeg tijdens operaties aan de grond te houden."
Clark denkt dat het Kremlin tot nu toe ook heeft toegestaan dat mobiele telefoontorens en andere operationele capaciteiten intact te houden, omdat de Russische president Vladimir Poetin de mogelijkheid wil behouden om rechtstreeks met het Oekraïense volk te communiceren, in een poging om een deel van het verhaal te beheersen. Vandaag moeten we vaststellen dat vooral Zelenski het narratief buiten Moskou beheerst.
Clark aan Reuters: "We denken dat dit een groot deel van de reden is waarom ze op veel manieren zijn blijven proberen een boodschap aan het Oekraïense volk te sturen in plaats van gewoon een black-out op te leggen aan Oekraïne door middel van cyberaanvallen en andere middelen." Clark wijst er terecht op dat de voorbereiding van dit conflict al in het voorjaar van 2021 begon toen manschappen uit diverse delen van Rusland naar de grens met Oekraïne werden gebracht.
De analist waarschuwt wel voor de vaststelling dat Rusland nog heel wat militaire troeven heeft. Zo heeft het de inzet op land, via de zee en in de lucht tot nu nog vrij beperkt gehouden in functie van de beschikbare capaciteiten. Ook Clark wijst ook op die beruchte vacuümbom, een thermobarisch wapen, (nog) meer Russisch raketartillerie en de meest elitaire grondmacht van Rusland, het 1st Guards Tank Army. Dat laatste onderdeel werd volgens de analist tot nu toe maar zeer beperkt ingezet in Oekraïne. De inzet van deze elitetroepen kan het verhaal snel doen kantelen.
Analisten kijken niet enkel naar Syrië, maar ook naar Georgië en de Krim. In de oorlog met Georgië van 2008 was Rusland een vrij armoedig leger met aftands materieel uit de Koude Oorlog. Trouw: "Officieren van tankbataljons overlegden via mobiele telefoons over het Georgische telefoonnetwerk, omdat de communicatieapparatuur in hun eigen voertuigen niet werkte."
Een westerse analist merkte destijds op dat de samenwerking tussen de Russische luchtmacht, marine en landmacht uit niet meer bestond dan dat de drie krijgsmachtonderdelen op dezelfde dag aan hun eigen oorlogen tegen Georgië begonnen. "Dat Rusland de oorlog toch won, kwam vooral omdat het simpelweg veel meer militairen en zware wapens had dan het kleine en arme Georgië, dat ook geen bondgenoten had", besluit Trouw.
Rusland leerde hieruit en begon in rap tempo te moderniseren. Waar dat nieuwe leger toe in staat was, bleek tijdens de oorlog met Oekraïne die in 2014 losbarste. Trouw: "Dit keer schrokken westerse militairen van wat ze zagen. Neem bijvoorbeeld de Russische artillerieaanval op een Oekraïens bataljon bij het plaatsje Zelenopillja in juli 2014. Meer dan honderd Oekraïners stierven of raakten gewond en de meeste voertuigen waren beschadigd."
De Russische militairen in Oekraïne waren dan ook onvergelijkbaar met hun voorgangers die zes jaar eerder in Georgië vochten. "Met drones spoorden ze hun Oekraïense tegenstanders op, waarna er snel een bombardement volgde. Ook konden de Russische militairen vijandelijke radiocommunicatie platleggen, waarna de Oekraïense militairen in verwarring achterbleven", besluit de krant.
Dat hebben we vandaag (nog) niet gezien. En dat vinden militaire analisten terecht vreemd. Er is wel een zeer speculatieve hypothese en dat is dat het net de bedoeling is van de hoogste legertop en dan meer bepaald Sjojgoe, om te falen in Oekraïne om op die manier Poetin opzij te schuiven. Die hypothese hebben we hier al eens naar voor geschoven.