De Britse The Telegraph bracht dit weekend een interessant en alarmerend artikel over de aanhoudende oversterfte in Groot-Brittannië: “Stijgende niet-Covid-oversterfte onthult de rampzalige erfenis van de pandemie”.
Opmerkelijk: in vaccinatiejaar 2021 waren de spoedopnames voor hartproblemen volgens de krant “alarmerend genoeg met 25.878 toegenomen.”
De situatie is des te ongebruikelijk omdat de sterftecijfers na de pandemie sterk en aanhoudend hadden moeten dalen omdat zoveel mensen vroeg stierven, een effect dat bekend staat als 'oogsten' (harvesting). In plaats daarvan zien we de omgekeerde trend. Dat fenomeen is zeer ongebruikelijk.
In de epidemiologie is ‘sterfteverplaatsing’ (mortality displacement) het optreden van sterfgevallen op een eerder tijdstip dan ze anders zouden hebben plaatsgevonden, wat betekent dat de sterfgevallen van de toekomst naar het heden worden verplaatst.
Die verplaatsing kan worden beschreven als het resultaat van gebeurtenissen zoals hittegolven, koude periodes, epidemieën en pandemieën (met name influenzapandemieën), hongersnood of oorlog, en maakt schattingen mogelijk van de mortaliteit veroorzaakt door die gebeurtenissen.
Die eerdere sterfgevallen worden oversterfte genoemd (meer sterfgevallen dan verwacht), en deze periode wordt gevolgd door een periode van sterftetekort of ondersterfte (minder sterfgevallen dan verwacht, omdat die mensen op jongere leeftijd zijn overleden). Het fenomeen wordt ook wel "oogsten" of harvesting genoemd.
Sterftetekort of onderstefte in een bepaalde periode kan worden veroorzaakt door sterfgevallen die naar een vroeger tijdstip zijn verplaatst (als gevolg van dat oogsten door een gebeurtenis in het verleden) of sterfgevallen die naar een toekomstige tijd zijn verplaatst (vanwege levens die worden gered, ook wel "vermeden sterfte" genoemd).
De Britse regering heeft volgens The Telegraph “een halfslachtige poging gedaan om erachter te komen wat er aan de hand is met overtollige sterfgevallen, en vroeg om een rapport van het Office for Health Improvement and Disparities (OEHD).”
Het rapport toont een zorgwekkende toename van sterfgevallen bij mensen met hartklachten en diabetes.
Epidemioloog Veena Raleigh vertelde The Telegraph: "De aanhoudende trend van hogere aantallen sterfgevallen in Engeland en Wales dan verwacht (vergeleken met voorgaande jaren), duidelijk sinds het voorjaar, is zorgwekkend.”
"Van april tot half oktober zijn er bijna 30.000 extra sterfgevallen geweest, waarvan een derde te wijten is aan Covid-19 - een herinnering dat het virus een levensbedreigend risico blijft.” (zie onder)
"Vooral sterfgevallen door hart- en vaatziekten en diabetes vertonen een aanzienlijk overschot." (zie onder)
Gezondheidsexperts blijven oproepen tot een volledig overheidsonderzoek, waarbij dr. Charles Levinson van de particuliere huisartsendienst DoctorCall klaagt dat hij nu "hierover al maanden en maanden aan de bel trekt".
Een recent rapport van het Institute of Actuaries Continuous Mortality Investigation (CMI) toonde aan dat Groot-Brittannië in het derde kwartaal - juli, augustus en september - de hoogste sterfte sinds 2010 zag.
Experts geloven dat hogere sterfgevallen door hartklachten en diabetes betekenen dat de indirecte effecten van de pandemie groter zullen zijn dan Covid zelf. Die experts wijzen uiteraard nog steeds niet in de richting van het coronavaccin.
Uit gegevens van het Office for National Statistics (ONS) blijkt dat er in de afgelopen zes maanden meer oversterfte is geweest door andere oorzaken dan Covid, dan sterfgevallen 'als gevolg van' het coronavirus voor het hele jaar.
Uit cijfers blijkt dat er dit jaar 18.394 sterfgevallen 'als gevolg' van Covid zijn geregistreerd in Engeland en Wales. Maar sinds mei zijn er 23.195 extra sterfgevallen geweest waarbij de primaire oorzaak een andere aandoening was.
We weten uit wetenschappelijk onderzoek dat zowel Covid-19 als de coronavaccins (vooral de mRNA vaccins van Pfizer en Moderna) hartproblemen kunnen geven. Het zal evenwel zeer moeilijk zijn om een hartprobleem toe te wijzen aan corona of aan de vaccins.