Ik herinner me de allereerste aflevering van Pokémon op tv nog als gisteren. Door een probleem met zijn wekker kwam Ash te laat opdagen om zijn eerste Pokémon te kiezen bij professor Oak, dus kreeg hij de enige resterende Pokémon, Pikachu. Hoewel Pikachu Ash aanvankelijk verafschuwde, werden ze al snel vrienden toen Ash toonde dat hij bereid was zichzelf op te offeren voor Pikachu's veiligheid.
Ik keek mee met Pokémon omdat mijn jonge kinderen - zoals vele anderen - fan waren. Het zou makkelijk zijn om de neus op te halen voor de reeks, maar aangezien de pocket monsters (vandaar pokémon) binnenkort 25 jaar oud worden zonder te verouderen, is dat niet verstandig.
De allereerste aflevering van de reeks bevat onmiddellijk een belangrijke filosofische les voor kinderen: ondanks tegenslagen moet je proberen om er het beste van te maken. Ash kan er immers niets aan doen dat hij te laat arriveert bij professor Oak. Over de mechanische problemen met zijn wekker heeft hij geen controle.
Ash heeft ook geen keuze aangezien de professor enkel nog Pikachu als pokémon kan aanbieden. Pikachu stribbelt in het begin erg tegen, maar Ash slaagt erin om uiteindelijk het vertrouwen te winnen van zijn partner. Na een tijd worden ze ook de beste vrienden.
Vandaag zijn Ash en Pikachu onafscheidelijk en worden ze ook steevast zo afgebeeld. Als je weet dat dit in het begin niet zo was, dan kun je de vastberadenheid van Ash alleen maar bewonderen. De aflevering toont ook aan dat je over sommige zaken geen controle hebt. De stoïcijn Epictetus drukte het als volgt uit: “De wereld is in twee categorieën te verdelen: wat wel in onze macht ligt en wat niet in onze macht ligt.” Volgens de Romein moeten we ons alleen bezig houden met wat in onze macht ligt: “onze overtuigingen, impulsen, ons streven en ons vermijden”, de rest moeten we gewoon aanvaarden.
Als dat geen mooie filosofische lessen voor onze kinderen zijn, dan weet ik het niet meer.