Inloggen

Log in of maak je account aan.

Wachtwoord vergeten? Registreren
Registreren
Wachtwoord vergeten

Wachtwoord vergeten? Voer je gebruikersnaam of e-mailadres in. Je ontvangt een link via e-mail om een nieuw wachtwoord in te stellen.

Registreren
Start Magazines Zoeken Shop Rubrieken

Serie 1985: hoe geloofwaardig is rijkswachtpiste bij Bendefeiten?

Thierry Debels - 26-01-2023

In de serie 1985 op VRT en RTBF wordt een duidelijke link gelegd tussen de Bende van Nijvel en de rijkswacht.

Rijkswachtofficier Vernaillen (Peter Van den Begin) stelt in een van de volgende afleveringen dat de diefstal van vuurwapens bij Diane en de overval op Dekaise door rijkswachters is gepleegd.

Dat is een forse stelling aangezien die overval op Dekaise ‘in het echt’ nooit werd opgelost en door speurders zeker aan de Bende wordt toegeschreven. De facto stelt Vernaillen in de serie dus dat de rijkswacht achter (een deel van) die Bendefeiten zit.

Een belangrijk onderdeel van die hypothese wordt gevormd door de Groep G. In de serie wordt Franky eind 1981 geïntroduceerd in deze schimmige groep door zijn overste Debels. Eerder schreven we al dat deze groep in 1981 niet meer bestond.

Groep G wordt vaak in een adem genoemd met het Front de la Jeunesse en WNP. In artikels over dat Front de la Jeunesse (FJ) en Westland New Post (WNP) is er volgens de Bendecommissie-bis “voortdurend sprake van connecties met de rijkswacht, althans van individuele (ex-)rijkswachters met extreem-rechtse sympathieën.”

Die Bendecommissie-bis: “De gedachte dat een aantal van hen mogelijk rechtstreeks of onrechtstreeks betrokken is geweest bij de misdaden van de bende van Nijvel, werd zelfs niet uitgesloten door de vroegere adjunct-administrateur De Vlieghere van de veiligheid van de staat, blijkens zijn al eerder aangehaalde verklaring tegenover de vorige parlementaire onderzoekscommissie.” 

Jacques De Vlieghere was ten tijde van de WNP de adjunct-administrateur van de Veiligheid van de Staat. Hij kwam uit de PS. Hij verliet kort na de affaire WNP de dienst en werd directeur-generaal van het gevangeniswezen.

De voormalige medewerker van de veiligheid van de staat (Robert) Chevalier voegde daar nog aan toe: “Wij (VSSE) ontdekten in het begin van de jaren tachtig dat in de ledenlijsten van heel wat extreem-rechtse groeperingen steeds vaker de namen voorkwamen van rijkswacht- en legerofficieren. De groeperingen waarvan zij lid waren, schuwden het geweld niet en waren in staat goed georganiseerde aanslagen te plegen.” We schreven hier al over deze feiten.

“Via onze informanten kwamen we te weten dat deze extreem-rechtse leden, vaak ex-huurlingen, niet akkoord gingen met de gang van zaken in ons land en soms regelrecht tegen de Belgische staat optraden. Zij wilden niets liever dan een ander regime aan de macht te helpen.”

“De daders van de bloedige Bende-raids ontsnapten telkens op wonderbaarlijke wijze aan de handen van politie en gerecht. Dat deed ons (VSSE) uiteindelijk geloven dat de top van de rijkswacht, het leger of het gerecht bij de aanslagen betrokken was en het speurwerk ernaar wilde toedekken. Dramatisch is dat de top van de Veiligheid en het gerecht onze rapporten nooit ernstig hebben genomen. Zij hebben de gevaarlijke extremisten die wij aanduidden nooit terdege onderzocht. Meer nog, de resultaten van ons speurwerk bleven in de kast zitten en werden nooit openbaar gemaakt. Een schande!”

Voor wat de jaren zeventig betreft, zijn volgens de Bendecommisie-bis met name de verhalen van belang dat halverwege deze jaren (1975-1976) vanuit het FJ met meer en minder succes werd geprobeerd om in de rijkswacht - met name de generale staf, het mobiel legioen/groep Diane en de Brussels BOB - cellen te vormen die op het gepaste moment zouden kunnen worden geactiveerd om een staatsgreep in het land mogelijk te maken - een staatsgreep die de voortrekkers van het CEPIC aan de macht zou moeten brengen.

Deze cellen werden beschouwd als vertakkingen van de Groep G (Groupe de la Gendarmerie) van het FJ. Sommige van hun leden waren, naar verluidt, effectief betrokken bij de organisatie van paramilitaire oefeningen van deze beweging en zelfs bij de opleiding van een groep FJ'ers die was bestemd voor het plegen van aanslagen. Het totale aantal rijkswachters dat langs deze weg betrokken zou zijn geweest bij het FJ, ligt volgens sommige bronnen rond de 60 man. 

Namen die volgens de Bendecommissie-bis in dit verband steeds weer worden genoemd, zijn Martial Lekeu, Didier Mievis, Robert Beijer, Christian Amory en Madani Bouhouche. Reeds in 1976 werd een rapport over deze ontwikkeling opgemaakt, maar in relatie tot de bende van Nijvel moet met name worden verwezen naar de rapporten die in 1984 (en/of 1985?) over de evolutie van de Groep G in de rijkswacht werden geschreven door de BOB van Waver, en dit op aangeven van Lekeu die kort daarop vertrok naar de Verenigde Staten omdat hij, naar hij zelf zei, vanwege zijn verklaringen over de Groep G moest vrezen voor zijn leven. 

In deze rapporten wordt de these ontwikkeld dat op het einde van de jaren zeventig (NVDR: zelfs nog iets vroeger volgens onze informatie) die Groep G weliswaar uit elkaar viel, maar dat (voormalige) leden ervan in de jaren daarna langs duistere wegen rechtstreeks of onrechtstreeks betrokken geraakten bij de bende van Nijvel. 

Hun auteurs achtten het - met Lekeu - zelfs niet uitgesloten dat de aanslagen van de CCC slechts op het eerste gezicht het werk van een linkse terreurgroep zouden zijn geweest: in werkelijkheid zou het zijn gegaan om een door extreem-rechts geënsceneerde actie. Volgens de pers sloot het Delta-team, dat in 1989 een tiental ex-leden van de Groep G opspoorde, inderdaad ook niet uit dat leden van de Groep G deel hebben uitgemaakt van WNP en van de bende van Nijvel.

De (ex-)rijkswachter die reeds jaren het meest in verband wordt gebracht met de overvallen van de bende van Nijvel is de al genoemde Madani Bouhouche, al dan niet in combinatie met zijn collega Beijer. De bendecommissie-bis: “Enerzijds wordt hij voortdurend genoemd in de verhalen over de aanslagen die in oktober 1981 plaatsvonden op een auto van de BOB van Brussel en, thuis, op de officier van de rijkswacht Vernaillen, anderzijds wordt hij er nog steeds van verdacht betrokken te zijn geweest bij de diefstal van wapens uit het depôt van de groep-Diane, in de eerste dagen van januari 1982 (nvdr: oudjaar 1981).” Beijer gaf die diefstal later toe.

In samenhang met deze laatste verdenking wordt er, in de literatuur althans, verder ook altijd gewag van gemaakt dat Bouhouche mogelijk zowel te maken heeft gehad met de diefstal van wapens bij Juan Mendez als mogelijk de (mede-)dader is geweest van de dodelijke aanslag op deze directeur van FN/wapenhandelaar, op 7 januari 1986. (Hij werd kort nadien ook aangehouden voor deze moord, maar werd later door het hof van assisen hiervan vrijgesproken).

Volgens Guy Goffinon is niet Bouhouche, maar Jean Bultot de moordenaar van Mendez.

Dit samenstel van verdenkingen in de pers werd onder meer gevoed door het feit dat in september 1987 in een garage die was gehuurd door Bouhouche, een auto werd aangetroffen waarin zich niet alleen wapens bevonden die waren gestolen bij Mendez maar ook wapens afkomstig van de diefstal uit het depôt van de groep-Diane .

Met dit alles werd volgens de Bendecommissie-bis “natuurlijk niet het bewijs geleverd dat Bouhouche rechtstreeks of onrechtstreeks betrokken is geweest bij de misdaden van de bende van Nijvel, laat staan dat hij de spilfiguur van de bende was.”

In dit opzicht had en heeft de bestaande literatuur niet meer dan aanwijzingen te bieden. Hierbij kan worden gedacht aan het feit dat een groep BOB'ers rond de adjudant Guy Goffinon in 1988 ontdekte dat Bouhouche, Beijer, Amory en nog andere rijkswachters vergaande plannen hadden uitgewerkt om via bomaanslagen de warenhuisketen GB-lnno-BM (GIB) gigantische bedragen af te persen. 

Verder is er de verklaring van de ex-rijkswachter Raes dat hij het hoofd van Bouhouche had herkend in de robot-foto van een van de daders van de overval op de wapenhandel van Dekaise. De voormalige onderzoeksrechter Troch kwam op gronden die de Bendecommissie-bis verder onbekend zijn, in 1987 tot de conclusie dat dit rijkswacht-spoor nader moest worden uitgespit. 

Hij zocht daartoe niet alleen contact met Lekeu in de Verenigde Staten en hoorde hem in augustus 1989 in zijn woonplaats aldaar over onder meer de Groep G, maar hij vroeg tezelfdertijd ‘in Brussel’ ook de toelating om kennis te mogen nemen van de dossiers die betrekking hebben op het doen en laten van Bouhouche (en Beijer), speciaal in relatie tot de moord op Mendez. 

De Bendecommissie-bis tot slot: “Dit sluit overigens aan op suggesties die in eerdere citaten reeds naar voren zijn gekomen, namelijk dat (ook) door de top van de rijkswacht het onderzoek naar de bende van Nijvel doelbewust is geblokkeerd. In de literatuur wordt deze veronderstelling nergens onderbouwd.” 

FOTO: Eyeworks

Bende van nijvel 1985

Reacties

Resterende karakters 500

Lees meer

Nieuwsbrief Mis nooit meer het laatste nieuws, exclusieve aanbiedingen en boeiende verhalen van P-magazine! Schrijf je nu in voor onze nieuwsbrief en blijf altijd op de hoogte.
Zoeken