Kijk eens, zonder handen.
Een schommel is misschien wel het woord waarvoor het Vlaamse dialect de meeste varianten kent. In West-Vlaanderen noemen ze het een juttekako, in Harelbeke is het een renne, in de Limburg een suur. Soms is het een bees, of een beis, een beize, een bies en een biezebeize. Touter kan ook, of tater, balanswoare, ossebosse, tjoetre, rennekookre en juutekookre.
Nu goed, hoe je het ook noemt, probeer met het dingeniet te doen wat het meisje op de foto ermee doet.