Permanent verbod op vastgoedactiviteiten geëist.
In het fraudeproces tegen voormalig Amerikaans president Donald Trump eist het Openbaar Ministerie nu een boete van 370 miljoen dollar (338 miljoen euro), een verhoging van 120 miljoen dollar ten opzichte van de eerdere eis van 250 miljoen dollar. De procureur-generaal van de staat New York, Letitia James, publiceerde een brief waarin deze nieuwe eis werd kenbaar gemaakt.
Daarnaast pleit James voor een permanent verbod op Trumps activiteiten in de vastgoedsector vanwege wat ze beschrijft als "schandalige" fraude. Deze eis wordt gepresenteerd als een voorproefje van de slotargumenten van de staat, die op 11 januari zullen worden ingediend in het proces tegen Trump.
Schandalige fraude
Eerder had James aangegeven dat de oorspronkelijke boete van 250 miljoen dollar een schatting was en kon veranderen op basis van bewijsmateriaal tijdens de rechtszaak. De rechter had Trump al aansprakelijk gesteld voor fraude nog voordat het proces begon, en nu ligt de focus vooral op het vaststellen van mogelijke boetes en andere juridische stappen.
De beschuldiging tegen Trump, zijn zonen en medewerkers draait om het jarenlang manipuleren van de waarde van de Trump-organisatie om goedkopere leningen en verzekeringscontracten te verkrijgen. Hoewel deze zaak geen gevangenisstraf voor Trump met zich meebrengt, kan een veroordeling aanzienlijke bedrijfsschade veroorzaken. Naast de boete loopt Trump het risico om om een permanent verbod te krijgen om zaken te doen in New York. De rechter zal naar verwachting later deze maand een besluit nemen over de straf in deze civiele zaak.
Trump – die in november herkozen wil worden - is momenteel de meest kansrijke kandidaat voor de Republikeinse nominatie. Veel waarnemers zien het lopende proces als een strategische zet in zijn verkiezingscampagne.