Dat de coronacrisis ook wijzigingen zal meebrengen in de manier waarop we ons in de toekomst gaan verplaatsen, is duidelijk. Een aantal Franse, Duitse en Oostenrijkse economen geeft nu de aanzet om een ultrasnel treinnetwerk uit te bouwen dat alle hoofdsteden van de Europese Unie met mekaar verbindt.
Concreet stellen de economen vier trajecten voor. De eerste lijn gaat van Parijs naar Dublin, de tweede van Lissabon naar Helsinki, een derde van Brussel naar La Valleta (Malta) en een vierde van Berlijn naar de Cypriotische hoofdstad Nicosia. Bovendien zouden de vier lijnen met mekaar in verbinding staan. Alleen al in Duitsland zou er in functie van het nieuwe netwerk ruim 2.300 kilometer aan nieuwe sporen moeten aangelegd worden.
De lijnen moeten ultrasnelle trajecten worden waar de gemiddelde snelheid van de treinen tussen de 250 en de 300 km per uur ligt, vergelijkbaar met de bekende Thalys - en Eurostar-treinen zeg maar. De reistijd tussen Berlijn en Parijs zou dan nog 4 uur bedragen, terwijl deze momenteel ruim 8 uur bedraagt.
Door het vliegverkeer binnen Europa te verminderen, zou de mondiale CO2-uitstoot veroorzaakt door commerciële vluchten afnemen met 4 à 5%.