Minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) heeft de artsen in ons land beledigd. Dat is niet de eerste keer overigens.
De minister heeft er volgens de artsen een handje van weg om artsen die alleen werken (solopraktijken dus) als een relict uit vervlogen tijden voor te stellen. Tijdens de proclamatie van 300 huisartsen noemde hij het verdwijnen van de solo-arts “een goede evolutie”. De Belgische Vereniging van Artsensyndicaten BVAS reageert dan ook geschokt op de zoveelste denigrerende uithaal naar de solowerkende huisartsen.
Vandenbroucke ging in zijn speech aan de UA nog een stap verder dan het verdwijnen van de solo-arts als “een goede evolutie” te bestempelen. Hij voegde eraan toe dat die evolutie naar zijn zin niet snel genoeg gaat. BVAS citeert Medisquare1: “Alleen is het nu – 20 jaar later – tijd om die evolutie écht te versnellen, een nieuwe en beslissende schwung te geven. Want de uitdaging waar we vandaag voor staan, is dat we het ons niet langer kunnen veroorloven dat een huisarts helemaal op zijn of haar eentje verantwoordelijk is voor de zorg voor alle patiënten.”
BVAS: “Dit is beledigend voor de vele kleinschalige artsenpraktijken die een flink stuk van het huisartsenwerk voor hun rekening nemen. Recent nog leidde de sluiting van enkele solopraktijken tot een crisis omdat duizenden patiënten zonder huisarts vielen. Huisartsen in een solo- en duopraktijk staan garant voor een grote beschikbaarheid en kunnen met hun patiënten een nauwe vertrouwensrelatie uitbouwen.”
De solo-arts, die uiteraard alle respect verdient, stuit alleen nog op misprijzen van de overheid, die forfaitaire geneeskunde, brede multidisciplinaire praktijken en wijkgezondheidscentra favoriseert. BVAS: "De kleinschalige huisarts wordt nu door Vandenbroucke ook openlijk naar de exit geleid. Dat is een dramatisch toekomstbeeld. Het afstoten van de veelal voltijds werkende solo-artsen zal in elk geval niet het locoregionale tekort aan huisartsen oplossen."
Met zijn ‘New Deal’ wil minister Vandenbroucke de huisartsgeneeskunde “redden” door in te zetten op een andere praktijkorganisatie en een financieringsmodel waarin huisartsen hoofdzakelijk forfaitair, en nog maar voor een klein deel per prestatie betaald worden. Dat gaat in tegen de wens van de grote meerderheid van huisartsen die hoofdzakelijk per prestatie betaald wil worden. Als de minister deze New Deal invoert, is het risico reëel dat een groot aantal huisartsen ervoor zal passen.
Maar ook voor de patiënten zal deze ‘New Deal’ verregaande consequenties hebben. Hun vrije keuze van huisarts zal aan banden gelegd worden en ze moeten aanvaarden dat ze hun huisarts minder zullen zien. De vertrouwensrelatie met hun vaste huisarts zal plaatsmaken voor een veeleer anonieme relatie met steeds wisselende artsen, in functie van welke arts beschikbaar is.
BVAS voert het vrije initiatief en de vrije keuze van praktijk hoog in het vaandel. Voor BVAS zijn alle praktijkvormen evenwaardig en verdienen kleinschalige huisartsenpraktijken een gelijkwaardige behandeling door de overheid. Het ontmoedigen van kleinschalige praktijkvoering zal uiteindelijk leiden tot een grotere uitstroom en daardoor zal de minister net het omgekeerde bereiken van wat hij voor ogen heeft.