In de eerste ronde van 2021 van de 'Tussenkomst voor een buitenlands publiek presentatiemoment' uit het Vlaamse Kunstendecreet werden er onlangs 10 aanvragen behandeld, waarvan er 3 positief geadviseerd werden. In totaal worden 3 dossiers ondersteund voor een totaal van 11.230 euro. Het gaat om Kamerklink, Pieter Vandermeiren en Edoardo Ripani.
De beslissing is opvallend aangezien net daarvoor nog alle subsidies voor buitenlandse presentatiemomenten geweigerd werden door de Vlaamse overheid wegens de coronacrisis. In ronde 12 van 2020 van de 'Tussenkomst voor een buitenlands publiek presentatiemoment' uit het Kunstendecreet werden er toen 8 aanvragen behandeld, waarvan er 4 positief geadviseerd werden.
Het teamhoofd van het Team Dossierbeheer van de afdeling Subsidiëren en Erkennen nam toen kennis van de overwegingen en adviezen van de administratie, maar zag af van een subsidietoekenning in het kader van de maatregelen ter bestrijding van de corona-pandemie en het toen geldende reisadvies inzake buitenlandse reizen. Er werden eind vorig jaar dus geen subsidies toegekend in die laatste subsidieronde van dat jaar 2020.
Vandaag is het geldende reisadvies inzake buitenlandse reizen strenger dan eind vorig jaar. De beslissing van de Vlaamse overheid is dus op zijn minst opvallend.
Een tussenkomst voor buitenlandse publieke presentatiemomenten dient als financiële ondersteuning voor een actor in het kunstenveld om deel te nemen aan buitenlandse activiteiten waaraan een presentatiemoment gekoppeld is. Ook de expositie van Vlaamse kunstenaars op internationale kunstbeurzen door promotiegaleries komt in aanmerking voor een tussenkomst.
Niet alleen reis-, verblijf-, verzekerings- en transportkosten, maar ook materiaal- en andere kosten komen in aanmerking voor deze subsidie, zolang deze kosten strikt verbonden zijn aan de presentatie. De kosten voor de creatie van een werk dat in het buitenland getoond wordt, komen niet in aanmerking.