De Vlaamse regering besliste in 2019 om het gelijkekansencentrum Unia financieel niet meer te steunen. Dat betekent dat er geen Vlaams geld meer naar de organisatie zal vloeien. Er wordt wel een eigen centrum opgericht in Vlaanderen. "Dit is een ideologische beslissing, geen inhoudelijke", aldus Els Keytsman, directeur van Unia, toen in de media.
Voorlopig is er weinig te merken van die beslissing van de Vlaamse overheid. Bevoegd Vlaams minister Bart Somers gaf in een antwoord op een schriftelijke vraag mee dat Unia dit jaar kan rekenen op 828.179 euro Vlaams geld.
Daarnaast zijn er voor dit jaar 2021 nog subsidies voor vzw RoSa, de Nederlandstalige Vrouwenraad, de vzw Furia, vzw çavaria, vzw ELLA, vzw The BelgianPride, de Roze huizen (via ad nominatim çavaria), Centrum voor Seksuologie en Gender, meer bepaald TIP, Holebifoon en Grip vzw.
Somers gaf het antwoord op een vraag van Vlaams parlementslid Paul Van Miert (N-VA). Unia wordt hoofdzakelijk gefinancierd door de federale overheid (dotatie uit de begroting en subsidie van de Nationale Loterij), de gewesten en de gemeenschappen. Deze financiering is bepaald in het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 (art.16).