Serge Lipszyc is voorzitter van het Comité I. Het Vast Comité van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten en het Orgaan voor de Coördinatie van de Dreiging of kortweg Comité I is een extern toezichtsorgaan op de Belgische inlichtingendiensten Veiligheid van de Staat (VSSE), de Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid van de Krijgsmacht (ADIV) en het fusiecenter Orgaan voor de Coördinatie en de Analyse van de Dreiging (OCAD).
De eentalige Serge Lipszyc (foto onder) was daarvoor medewerker Justitie op het kabinet van premier Charles Michel (MR). Voor hij aan de slag ging op het kabinet-Michel, werkte Lipszyc op het kabinet van de toenmalige minister van Justitie Annemie Turtelboom (Open VLD). Daarvoor was hij procureur in Aarlen. Op basis van zijn ervaring behoort hij tot de liberale familie.
Lipszyc gaf volgens Belga een merkwaardig interview aan het magazine Wilfried.
Binnen verschillende lagen van de staat bestaat volgens Lipszyc de wil om bepaalde extremistische bewegingen, met name extreemrechts, te bevoordelen. Hij noemt niemand bij naam, maar de manier waarop het dossier rond Jurgen Conings is verlopen, doet bij hem de vraag rijzen of het voor sommige mensen niet goed uitkwam dat de militair niet werd gevonden.
Jurgen verdween op 17 mei nadat hij zwaar wapentuig had gestolen uit de kazerne in Leopoldsburg. Een maand na zijn verdwijning werd hij bij toeval dood teruggevonden in een bos in Dilsen-Stokkem.
Volgens Lipszyc vallen er heel wat vragen te stellen bij het tijdsverloop in het dossier, maar ook bij de aanzienlijke middelen die de politie en het leger tevergeefs hadden ingezet om hem terug te vinden. Belga: “Ondanks de manifeste aanwijzingen van de dreiging die van hem uitging, werd Conings niet opgepakt of vond er bij hem geen huiszoeking plaats. Lipszyc heeft ook een ‘onaangenaam gevoel’ bij de zoektocht naar de militair waaraan Defensie en de militaire inlichtingendienst ADIV actief deelnamen.”
“Waren er geen mensen binnen de structuren van de staat zelf die er belang bij hadden dat men hem nooit zou terugvinden. Sindsdien gaat het dossier Jurgen Conings niet vooruit terwijl het zo belangrijk is”, aldus Lipszyc. “Mocht Jurgen Conings Mustapha hebben geheten, dan zouden de zaken anders gelopen zijn, denk ik. Een aantal elementen laten toe te geloven dat er in verschillende lagen van de Belgische staat een wil aanwezig is om extremistische bewegingen, met name extreemrechts, te bevoordelen”, aldus de topman van het Comité I.