Zo’n gek verhaal: we hadden het misschien niet geloofd als we er niet zélf bij waren.
Familie, vrienden,… ze hadden het me al zo dikwijls verteld: “Zijt gij bij Telenet? Amai, die zijn zo duur!” Waarop ik dan steeds: “Ja, maar hun service is goed.”
Wel, aan die goeie service kwam in de regenachtige zomer van 2023 bruusk een einde. Ondergetekende’s iPhone weigerde plots op te laden. Ik had dat al zien aankomen: dat opladen ging steeds moeizamer en moeizamer. De laadpoort – of hoe je dat ding ook noemt – begon steeds meer op een tunnel te lijken, waarin de lader losser en losser zat. Versleten, na zes jaar intensief gebruik.
Soit, ik moést dus een nieuwe iPhone hebben vooraleer de ouwe plat was, anders zou het me niet lukken om de ‘ouwe’ over te zetten naar de nieuwe. Ik dus… naar de Telenet-store, waar je als klant altijd korting krijgt.
Nieuw toestel gekozen, ik zat al met mijn bankkaart in de aanslag, toen de verkoper plots zei: “Ik moet even naar de hoofdzetel bellen, want ik mag aan jou geen toestel verkopen. Dat staat zo in mijn systeem.”
Na een telefoontje aan de hoofdzetel, vertelde de man me dat ik blijkbaar nog een openstaande factuur had. Op een ander klantnummer weliswaar. Hij liet me zijn computerscherm zien. De 'wanbetaler' die hij op zijn scherm toonde, had een naam die enigszins op de mijne lijkt, maar niet hetzelfde geschreven was. En hij woonde op een adres dat ik niet kende.
Hier was dus duidelijk een vergissing in het spel: een bijna-naamgenoot van me had zijn factuur niet betaald, en nu werd die man met mij verward. Ik probeerde dit uit te leggen, maar de Telenet-verkoper in het Wijnegem Shopping Center was niet te vermurwen: "Het wil niet zeggen dat die naam hier anders geschreven is, dat gij het niet kùnt zijn."
Tja, zo veel intelligentie, daar kon ik niet tegenop. Ik besloot, in de Telenet-store, zelf naar de boekhouding van Telenet te bellen. Ik wilde het ‘misverstand’ uitleggen, maar ik werd meteen een ‘wanbetaler’ genoemd die genoeg kansen gekregen had. Het dossier werd inmiddels overgemaakt aan een incassobureau. Ik had maar moeten ingaan op de talrijke betalingsverzoeken. Toen ik vroeg waar die betalingsverzoeken dan naartoe gestuurd werden, kreeg ik het adres van op het computerscherm, op zo'n zeventig kilometer van mijn deur en waar ik nog nooit van gehoord had. "Ge had uw brievenbus maar moeten nakijken!"
Ik wilde de dame aan de andere kant van de lijn nogmaals aan het verstand brengen dat het een vergissing is, dat ik helemaal geen vreemde brievenbussen op een uur rijden ga nakijken, dat ze mij verwarren met een bijna-naamgenoot. De dame aan de andere kant van de lijn zei dat ik voor meer info bij het incassobureau moest zijn, en dat zei zelf was uitgepraat met mij. “Ik zal u de contactgegevens van het incassobureau geven”, klonk het. Waarop ik antwoordde: “Steek dat incassobureau in je reet, domme koe!” Tientallen ogen – het was druk in de Telenet-store – waren op mij gericht.
Het kostte me, nog steeds in de Telenet-store, welgeteld twee minuten tijd om uit te vissen dat die bijna-naamgenoot van me wel degelijk bestaat. Maar volgens zijn Facebook-profiel is hij zeker niet mij. Hij is niet getrouwd met mijn vrouw, maar met zijn eigen vrouw, en zo zijn er nog wel verschillen. Ik wilde mijn vondst met de verkoper meedelen, maar ik werd verzocht om de winkel te verlaten.
Ik verliet de Telenet-winkel. Ik kon daarbij nipt aan de verleiding weerstaan om bij het buitengaan een en ander omver te duwen. Bij Proximus hadden ze ook die iPhone die ik op het oog had. En nu ik daar toch was: hun abonnementen blijken een pak voordeliger. Dat ze vanaf nu bij Telenet mijn okkernoten kussen.