De stemmen van onze gemeenteraadsverkiezingen zijn geteld. Sommigen mogen aanblijven als hoeksteen van de gemeente, anderen mogen hun boeltje pakken en vertrekken. Maar niet zonder dat ze even langs de kassa passeren. De uittredingsvergoeding, die onze staat handenvol geld kost, werd in het leven geroepen om verliezende politiekers financieel te troosten.
In Vlaanderen hebben schepenen en burgemeesters die tijdens de afgelopen legislatuur een ambt bekleedden, maar niet werden herverkozen, recht op een uittredingsvergoeding. Maar er is een belangrijke kanttekening. Het recht op deze vergoeding is enkel van toepassing als de betrokken politicus in de volgende legislatuur geen uitvoerend mandaat opneemt. Hij of zij mag ook geen ander inkomen hebben dat hoger is dan de vergoeding.
Onder andere vervangingsinkomens, zoals pensioenen of invaliditeitsuitkeringen, vallen hieronder.
Een belangrijk detail is dat schepenen die ook als werknemer actief zijn, in principe geen recht hebben op de volledige uittredingsvergoeding. Hun beroepsinkomen vanuit een andere functie voorkomt namelijk dat ze aanspraak kunnen maken op dit politieke afscheidscadeau. In het geval dat hun beroeps- of vervangingsinkomen lager is dan de uittredingsvergoeding, kunnen ze wel om een bijpassing vragen om het verschil te overbruggen.
Hoe wordt de uittredingsvergoeding berekend?
De berekening van de uittredingsvergoeding is gebaseerd op de duur van de geleverde diensten als uitvoerend mandataris. Per jaar dat iemand deze functie heeft vervuld, komt er één maand vergoeding bij, met een maximum van twaalf maanden. Het uiteindelijke bedrag is afhankelijk van de laatst ontvangen jaarwedde in de uitgevoerde functie, exclusief eventuele vakantiegeld en eindejaarstoelage.
Een voorbeeld: een mandataris die tussen 2018 en eind 2024 in functie was, ontvangt zes maanden vergoeding. Iemand die al sinds 2006 mandataris was, komt uit op het maximum van twaalf maanden, zelfs als hij veel langer in functie was.
Vergoedingen op basis van gemeentegrootte
De lonen van burgemeesters en schepenen in Vlaanderen zijn wettelijk bepaald en variëren afhankelijk van de omvang van de gemeente. Een burgemeester van een kleine gemeente met minder dan 300 inwoners verdient een brutojaarsalaris van 28.819 euro. Aan de andere kant van het spectrum krijgt een burgemeester van een stad met meer dan 150.000 inwoners een brutojaarsalaris van 168.224 euro. Schepenen ontvangen een percentage van het loon van de burgemeester, variërend van 60 procent in kleinere gemeenten tot 75 procent in gemeenten met meer dan 50.000 inwoners.
Als we stellen dat een gemiddelde gemeente in Vlaanderen ongeveer 20.000 inwoners telt, dan krijgt een burgemeester van een gemeente van die grootte zo'n € 47.150 bruto per jaar. Niet slecht als je ziet dat sommige ambtenaren eigenlijk geen zak uitvoeren.
Wie zijn de grootste cashers?
De slimste der politiekers is toch wel Bart de Wever. Hij was al premier, federaal parlementslid en burgemeester van Antwerpen. Ca-shing!
Ook Bart Somers, burgemeester van Mechelen en Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken, Inburgering en Gelijke Kansen. Zijn financiële kansen zijn wel net iets voordeliger dan bij de gewone burger.
Ook Vincent Van Quickenborne, burgemeester van Kortrijk en Federaal minister van Justitie, haalt flink wat centen binnen bij zijn ‘aftreding’.