In het programma ‘Factcheckers’ worden dingen op waarheid getoetst. In de aflevering van afgelopen woensdag, werd de politie op eerlijkheid gecheckt. Maar volgens de politie van Wetteren gebeurde dit niet op een correcte manier…
Bij onze noorderburen deden ze onlangs een onderzoek. Er werden zogezegd gevonden portefeuilles met geld in binnengebracht bij de politie, en nadien ging de ‘eigenaar’ vragen of er toevallig een portefeuille werd gevonden. Het resultaat? Soms verdwijnt (een deel van) het geld uit de portemonnee, soms de hele porteomonnee.
De Factcheckers wilden nagaan of dit ook bij ons het geval is. Zij brachten een ‘gevonden’ portefeuille binnen bij vijftig steden en gemeenten, verspreid over gans Vlaanderen. In de portefeuilles zat negentig euro en nog wat spulletjes, maar geen identiteitskaart. Nadien stuurden ze de ‘eigenaar’ op pad, om de portefeuille terug te vragen.
Zesendertig portefeuilles werden uiteindelijk vrij vlotjes teruggegeven. Na een tweede ronde – is er nu écht niks binnengebracht? – kwamen er daar nog eens vier bij.
Tien bleven er dus nog achter. De ‘Factcheckers’ belden de desbetreffende commissariaten op, en vertelden het ware verhaal: namelijk dat ze factcheckers zijn die een portefeuille binnenbrachten die nu verdwenen bleek. Alle tien de portefeuilles kwamen alsnog boven water… De volledige aflevering vind je HIER.
Eén van de ‘valse’ commissariaten die de portefeuille wilde achterhouden volgens de VRT, was dat van zone Wetteren-Laarne-Wichelen. Maar volgens die politiezonde verdraait de VRT de feiten. Zij deden namelijk hun werk wél goed. Zij wisten namelijk de identiteit van de échte eigenaar te achterhalen, en gaven de portefeuille daarom niet mee aan het ‘wit konijn’ dat de VRT er op uit had gestuurd.
“De gevonden portefeuille werd bij ons binnengebracht op 10 september 2020”, klinkt het. “Onze onthaalbediende heeft de nodige registraties in ons informaticasysteem verricht op 10 september en de portefeuille met inhoud in een afgesloten locker opgeborgen.”
“In de portefeuille zag naast 90 euro ook een klein verfrommeld ticketje op nam van Ilse R. Bij nazicht bleek dat mevrouw R. werkzaam is bij de VRT, en wij vonden ook haar vast telefoonnummer terug.”
“Omdat er wel degelijk een identiteit kon gekoppeld worden aan de gevonden portefeuille werd het gevonden voorwerp omwille van privacyredenen niet op onze sociale media geplaatst.”
“Onze onthaalbediende heeft verschillende initiatieven ondernomen om de rechtmatige eigenaar persoonlijk te contacteren en de portefeuille terug te bezorgen. Dat gebeurde zowel overdag als ’s avonds via het vast nummer van mevr. R., maar jammer genoeg kregen wij nooit gehoor.”
“Daarop heeft onze onthaalmedewerker contact opgenomen met de VRT om het GSM-nummer te bekomen van mevr. R. Telefonisch contact met een medewerker van de VRT bleek evenwel onmogelijk aangezien een keuzemenu wordt aangeboden zonder de mogelijkheid om een VRT-medewerker te spreken.”
“Op maandag 26 oktober wist onze onthaalbediende dat een VRT-ploeg opnames maakte in de Florimond Leirensstraat te Wetteren en heeft zij op eigen initiatief na haar werk een bezoek gebracht aan de opnameset. Zij heeft daar een VRT-medewerker aangesproken en verzocht om aan mevr. R. door te geven dat haar portefeuille werd gevonden en dat deze bij ons in het politiehuis kon worden opgehaald. De mensen van de VRT deelden mee dat het nodige zou worden gedaan en dat mevr. R. zou gevraagd worden om contact met ons op te nemen.”
“Ondanks diverse pogingen om de portefeuille aan de rechtmatige eigenaar terug te bezorgen, vinden we het vervelend dat dit niet is gelukt toen iemand in opdracht van Factcheckers zich aanbood aan het onthaal op 16/9. Vermoedelijk heeft deze persoon zich niet kunnen identificeren als Ilse R. Daarom heeft de onthaalbediende de persoon aan het loket terecht doorverwezen naar onze sociale media waarop de niet geïdentificeerde voorwerpen dagelijks worden gepubliceerd. GSM’s, sleutels, portefeuilles,… die worden binnengebracht, worden dagelijks op onze facebookpagina, twitteraccount en politieapp gepost.”
“We zijn ervan overtuigd dat als mevr. Ilse R. persoonlijk haar portefeuille was komen ophalen aan het onthaal (of haar naam zou zijn genoemd), of als er zou vermeld zijn dat er in de portefeuille 90 euro zat, onze behandelende onthaalbediende onmiddellijk de link zouden hebben gelegd met de eerdere aangifte. Hetzelfde geldt voor het telefonisch contact dat plaatsvond op 30 september.”
“De medewerkers van de VRT hebben dat telefoongesprek uitgetypt en ons ook bezorgd. Ook daar hebben wij onze bedenkingen bij.”
“De beller gaf zijn of haar identiteit niet prijs. Deze had dit enerzijds spontaan kunnen doen, anderzijds had onze collega aan de telefoon ernaar kunnen of moeten vragen, inderdaad een werkpuntje voor ons.”
“De beller gaf op 30/9 aan dat hij ‘een week geleden’ een portefeuille had verloren, terwijl de portefeuille echter bij ons binnengebracht werd op 10/9, wat toen bijna drie weken geleden was.”
“De beller zei dat het om een zwarte portefeuille ging terwijl de gevonden portefeuille donkerblauw van kleur was.”
“We kunnen uit het telefoongesprek wel afleiden dat niet de betrokken onthaalmedewerker maar een andere collega de medewerker van de VRT te woord heeft gestaan en deze correct heeft doorverwezen naar onze sociale media. Bij de vaste onthaalmedewerker had de vermelding van de €90 ongetwijfeld een belletje doen rinkelen.”
“Wij betreuren dat onze onthaalmedewerker en bij uitbreiding ons korps op deze manier onterecht negatief in de kijker terechtkomen.”
“Men heeft alles in het werk gesteld om in eer en geweten en te goeder trouw de rechtmatige eigenaar te contacteren om de portefeuille terug te bezorgen. Deze rechtschapenheid mogen we inderdaad wel van iedereen binnen het korps verwachten, maar toch wens ik onze onthaalbediende te bedanken voor haar goudeerlijke intenties.”
“Voor de volledigheid : inmiddels maakte mevrouw R. online een afspraak en is zij haar portefeuille - met volledige inhoud - komen ophalen.”