In opdracht van de Bulgaarse overheidsholding Kintex werden in Burgas (Bulgarije) eind 1996 groene kisten met kalashnikovs en munitie richting Kigali in Rwanda verscheept. De wapens zijn op zondag 13 oktober in Kigali gearriveerd, aldus een ooggetuige.
Bij de Bulgaarse autoriteiten en de holding Kintex krijgt de pers uiteraard geen commentaar. Niet verrassend als je de geschiedenis van Kintex kent. Tegen Rwanda gold van mei 1994 tot september 1995 trouwens een wapenembargo van de VN-Veiligheidsraad.
HBVL bijt zich dan verrassend vast in de zaak. Het Bulgaarse bedrijf 'Kintex' heeft al lang een bedenkelijke reputatie. In een rapport van de Amerikaanse overheid uit 1986 wordt gesteld dat 'Kintex' het vehikel van een aantal corrupte ambtenaren en ministers om aan drugssmokkel, witwassen en wapenhandel te doen.
Volgens het rapport van de 'Presidentiële Commissie voor Georganiseerde Misdaad' houden “de verdenkingen tegen Bulgarije onder meer in dat de Bulgaren, op de eerste plaats door de officiële overheidsholding Kintex, de verkoop van illegale drugs naar West-Europa officieel goedkeuren, en dat de opbrengsten van deze handel gebruikt worden om illegale wapenverkopen te financieren en om terroristen van geld te voorzien. Er zijn samenhangende rapporten dat topambtenaren van de Bulgaarse Inlichtingendienst en ex-ministers van Bulgarije in het bestuur van Kintex zitten.”
Opvallend: vandaag is Kintex nog steeds actief. Er is zelfs een website. Het belang? Wie het dossier van de Bende van Nijvel wil kraken, moet inzicht hebben in de bewegingen van dat bedrijf in die periode.
In de jaren 70 en 80 ontstond immers een wereldwijde, ‘verdoken’ ruilhandel waarbij milities zoals de christen-falangisten in Libanon of de Contra's in Nicaragua hun wapenbevoorradingen financierden met drugsexporten. Er waren twee grote circuits. Een eerste stond onder de leiding van de Russische geheime dienst KGB. Die organiseerde de ruil van wapens voor drugs vanuit het Bulgaarse Sofia, meer bepaald vanuit de import-exportfirma Kintex.
Radaslav Totorov, die gedurende 15 jaar aan het hoofd stond van Kintex, in een boek van Guy Bouten over de Bende: “Voor de wapenindustrie brak in 1980 een gouden tijdperk aan. Het begin van acht vette jaren. In Libanon woedde een hevig conflict tussen de christelijke Falangisten en de Palestijnen. Wij steunden het kamp van de revolutionairen, dat spreekt. De concurrentie – ik denk aan jullie bloeiende wapenbedrijven in het Luikse (FN) – koos de kant van de christenen en Israël. Tegelijk begon de oorlog tussen Irak en Iran, die acht jaar zou duren. Wij leverden aan Sadam Hoessein, de Amerikanen en de Fransen kozen de zijde van Iran."
Twee speurders van de BOB waren na de ‘hold-ups’ van die Bende in de eerste helft van de jaren 80 een eind in die richting aan het werken toen ze door procureur des Konings Deprêtre werden teruggefloten. De Tijd: “De rijkswachters hadden vooreerst het duidelijke ballistische verband kunnen leggen tussen een aantal Bende-feiten uit 82 en 83. De overval op wapenhandelaar Dekaise in Waver op 30 september 82 had hen op het spoor gebracht van gigantische wapen- en drugtrafieken. Deze trafieken, waarbij landen uit het Midden-Oosten hun wapenarsenaal financierden met drugexporten, werd onder supervisie van de Russische inlichtingendienst KGB gevoerd vanuit Bulgarije en meer bepaald vanuit het bedrijf Kintex, officieel een in- en uitvoerbedrijf maar in de praktijk de draaischijf van de trafieken.”
De twee brachten de Belgische vertakkingen van Kintex in kaart, alsook de rol die de havens van Antwerpen en Zeebrugge speelden in de wapen- en drugtransporten. Een vijftiental leden van de Belgian Connection bleken volgens de BOBers direct of indirect in verband te staan met een aantal feiten van de Bende van Nijvel. Er waren tevens aanwijzingen dat de Bende-feiten niets meer of minder zouden geweest zijn dan een reeks afrekeningen. Ze hadden ook oog voor het dossier van de Roze Balletten, een dossier dat onder meer door Deprêtre als lucht wordt beschouwd, maar dat door anderen wordt beschouwd als een van de sleutels om het geheim te ontrafelen. Probleem: twee leden van het koningshuis doken op in die dossiers.
Concreet werden drugs vanuit Turkije of het Midden-Oosten verscheept vanuit de Bulgaarse havens Varna en Burgas. De Russische geheime dienst KGB ontdekte immers dat de drugs een machtig wapen kunnen worden. Een toevloed van drugs zal onmiskenbaar een destabiliserend effect hebben op het Westen. Wie deze drugtrafieken controleert, heeft bovendien ook een stevige greep op de internationale wapenhandel. In opdracht van de KGB richt de Bulgaarse geheime dienst in juli 1970 het bedrijf Kintex op. Kintex houdt zich bezig met alles wat het daglicht schuwt: wapens, drugs en ander smokkelwaar. De omvang van de illegale handel is enorm. In ’82 bedraagt de illegale omzet van Kintex zo’n 22,3 miljard dollar. Kintex groeit uit tot een monster. Het bureau houdt zich ook bezig met spionage en met aanslagen. Zo zou de aanslag op paus Johannes-Paulus I het werk geweest zijn van een agent van Kintex.
De 2 speurders leggen tot slot ook verbanden met een aantal andere Bende-aanslagen waaronder de moord op restauranthouder Jacques van Camp, taxichauffeur Constantin Angelou, huisbewaarder José van den Eynde en het koppel Jacques Fourez-Elise Dewit.