Paul Cams werd in Hasselt op 17 april 1939 geboren. Hij overlijdt eind 1983 in Ganshoren. Hij werd amper 44.
Dochter Michèle (met een andere achternaam in het buitenland levend): “Mijn vader ontving in 1977, zes jaar voor de moord, al anonieme doodsbedreigingen. Hij vond briefjes in de brievenbus, en hij kreeg anonieme telefoontjes. Daarom moest ik in het buitenland studeren. En daarom volgde (zijn vriendin) Odile schietlessen.” In de maanden voor zijn dood werd Cams afgeperst. Door wie? Waarom?
Het is 17 november 1983, rond de klok van halftien 's avonds. Cams keerde die dag via Londen terug van een verblijf in de Verenigde Staten (Miami). Hij vloog met de Concorde: Cams had zelfs het wereldrecord voor Concorde-vluchten over de Atlantische Oceaan.
In tegenstelling tot wat gebruikelijk is, staat zijn partner, de zeer mooie Odile Pannecoecke (ontmoet tijdens een modeshow), hem op te wachten op het vliegveld. Het paar keert terug in een van de twee Mercedessen naar Ganshoren.
Op het gelijkvloers van zijn riante villa (zie foto onder) aan de Jacques Sermonlaan 25 te Ganshoren, op een boogscheut verwijderd van de basiliek van Koekelberg, kijkt Cams die avond televisie. De kamer is verduisterd. Enkel de tv geeft wat licht. Opmerkelijk: het alarm van de villa staat niet aan of werd bewust uitgezet.
De drieënveertigjarige Odile 'Antonella' Pannecoecke, een voormalige schoonheidsprinses waarmee Cams al enkele jaren samenwoont, bekijkt een ander programma - een aflevering van Dallas - in haar kamer op de eerste verdieping. Plots hoort ze enkele doffe knallen.
Het blijkt dat Cams is geëxecuteerd met een wapen dat van dichtbij op zijn hoofd is afgevuurd. Alsof de dader het aangezicht van zijn slachtoffer met opzet heeft willen verminken om zijn nabestaanden af te schrikken. Een diepgaander onderzoek leert dat Cams is gedood door kogels van het kaliber punt 38, op een manier die veel gelijkenis vertoont met de wijze waarop, bijna een jaar voordien, de bejaarde huisbewaarder van het restaurant van ex-voetbalspeler Jef Jurion, l'Auberge du Chevalier in Beersel, door de Bende van Nijvel is vermoord.
Le Soir: “De moordenaar verdwijnt in recordtijd en neemt de hulzen van de Colt 45 mee, het misdaadwapen. (...) Justitie heeft altijd geweigerd een rogatoire commissies naar Miami te sturen. De dodelijke kogels waren echter van Amerikaanse oorsprong.”
“Paul had geen diploma, maar wel een uitstekende neus voor zaken', zegt zijn dochter Michèle in de media. Na zijn legerdienst kocht Cams een autootje, en werd deur-aan-deurverkoper. Hij was de eerste die in de jaren '60 in Brussel haarlak op de markt bracht. Het werd een enorm succes, deels door het zakentalent van Cams. Hij zette bijvoorbeeld de foto's van populaire sterren als (vriend) Will Tura op de spuitbussen. Vrij snel zag Cams dat hij zijn omzet kon vergroten door de spuitbussen in kapperszaken te slijten. Kappers die veel spuitbussen kochten en verkochten, kregen van hem een televisietoestel.
Cams was ook een vrijmetselaar. Hij behoorde zelfs tot de Orde van de Tempeliers van Malta. Rijk, deze selfmade man had een nieuwe Nobelprijs voor de Vrede in het leven geroepen - Pax Mundi - die hij met name had toegekend aan de vermoorde Egyptische president Sadat. Hij bezocht de show bizz (Will Tura). Lino Ventura was een persoonlijke vriend.
Op de avond van zijn dood zou Paul erg depressief geweest zijn. Dat vertelde zijn moeder Yvonne aan een journalist. Cams – dan miljardair in frank, ereconsul en een graag geziene gast in de hoogste kringen– was die dag dus teruggekeerd uit de Verenigde Staten, waar hij zijn dochter Michèle had opgezocht. Hij dineerde 's avonds in zijn zwaarbeveiligde villa in Ganshoren met zijn vriendin Odile en zijn moeder. Odile had konijn klaargemaakt, zijn lievelingsgerecht.
Maar de zelfverklaarde baron was zichzelf niet. Het koppel kibbelde. Yvonne: "Plots riep Paul: ‘Binnenkort zal er geen Cams meer zijn.’ Daarna liep hij naar de keuken. We zijn hem achterna gelopen. Paul stond te huilen in de keuken, maar hij stuurde ons weer weg." Er kwam geen uitleg.
Cams verhuisde als kleine jongen naar de hoofdstad, waar zijn ouders een slagerij openden. Als deur-tot-deurverkoper werd hij de eerste die in de jaren ‘60 in Brussel haarlak verkocht. Het fortuin dat hij daarmee bijeengaarde, investeerde hij in een medisch laboratorium. Daarnaast bezat hij een schoonmaakbedrijf en het bekende maar verlieslatende Brusselse hotel/restaurant Carlton. De boekhouder pleegde zelfdoding omdat de cijfers zo slecht waren.
Het fortuin dat hij verzamelde, investeerde Cams in een medisch laboratorium dat hij zelf uit de grond stampte. 'Weer zag hij een buitenkansje op de markt', zegt zijn dochter. 'Hij trok klanten aan, die niet op hun gemak waren in een steriel ziekenhuis, door ze in de watten te leggen.'
Zijn zakensuccessen brachten Cams tot in de hoogste kringen. In de zakenwereld, en in de politiek. Zo was hij lid van het financieel comité van de Vlaams-liberale PVV (Open VLD), en een persoonlijke vriend van het liberale kopstuk Willy De Clercq.
In geen tijd drong de slagerszoon dus door tot de hoogste kringen. Hij mat zich de titel van baron aan en werd in 1981 ereconsul van Senegal in België.
Na de moord kwam het hoofd van de Brusselse gerechtelijke politie persoonlijk naar de villa om het onderzoek 'in goede banen' te leiden.
Vriendin Odile was meteen de hoofdverdachte. Ze was als enige in huis en een van de weinigen die wisten dat Cams die dag vroeger dan verwacht zou thuiskomen. Ze bezat een wapen, ze volgde schietlessen. Na de moord belde ze niet meteen de hulpdiensten maar de huisdokter. Haar verklaringen gaven de doorslag: Odile zei dat ze na het eerste schot naar beneden rende, naar het lichaam van Cams. Daar had ze 17seconden voor nodig, zo bleek uit de reconstructie. Maar in die tijdspanne kon de dader onmogelijk de moord plegen, zes kogelhulzen oprapen in de duistere kamer én vluchten.
Bij gebrek aan tastbaar bewijs moest de recherche Odile na een nacht in de cel vrijlaten. Kort daarna vertrok ze naar het Spaanse Marbella. Ze keerde nooit meer naar België terug. Ze leefde eerst in villa Chiquita. Die werd verkocht. Nu zou ze ‘verbitterd’ in een appartementje leven. Een bron beweert dat ze alle offshore rekeningen leeggemaakt heeft na de dood van Cams.
De speurders ontdekten andere sporen toen ze Cams' levenswandel uitplozen. Zo werd gangster Yvan Somville vlak voor de deur van Cams neergeschoten.
Somville is een gangster uit de Bende van Anthemus en goede vriend van Robert Van Oirbeek, alias Le Petit Robert. Hij wordt op 11 december 1979 neergeschoten in Ganshoren. Somville zou de persoon zijn die Toumaniantz heeft vermoord.
De zelfverklaarde baron zou vaak in illegale casino's hebben vertoefd, in bedenkelijk gezelschap. Tot op vandaag geloven sommigen zelfs dat er een verband is met de Bende van Nijvel.
In 1986, bijna drie jaar na de moord, stapte de trouwe rechterhand van Cams naar het gerecht. Daniël, zijn chauffeur en manusje-van-alles, wees toch Odile aan. Maar ook een radioloog die voor Cams werkte én een garagehouder die volgens intimi een van Cams' beste vrienden was. Het motief was eenvoudig: geld. Maar ook voor deze denkrichting werden nooit bewijzen gevonden.
Aan het profiel van de eigenaardige leefwereld van Paul Cams voegt het weekblad Pourquoi Pas! van 26 november 1986 nog een nieuw element toe. Volgens dat blad kwam na de slachtpartij in café Le Marseille in november 1978 aan het licht dat Cams in verbinding zou staan met leden van de SAC, die zich bezighielden met drugs- en wapenhandel, valsmunterij en andere misdrijven. SAC staat voor Service l'Action Civique.
‘Ik weet zeker dat mijn stiefmoeder Odile niets met de moord te maken heeft', zo sprak zijn enige dochter Michèle in de pers nog. Ze heeft haar eigen idee over wie de moordenaar is. ‘Ik kan alleen hopen dat hij het leven of het lot heeft gekregen dat hij verdient.'
Het moordonderzoek werd in 2006 officieel stilgelegd. Alleen als iemand met een gouden tip zou afkomen, of als de moordenaar zelf plots zou bekennen, kon het onderzoek weer worden opgestart. Het Brusselse parket liet weten dat de moord op 2 juli 2012 officieel verjaard is. De moordenaar kan niet meer worden gestraft.
Is er effectief een link naar de Bende van Nijvel? René Meulemans, een ex-kaderlid van de Banque Copine, had banden met enkele medische laboratoria, waaronder die van Paul Cams. Léon Finné werd in Overijse vermoord. Finné was kaderlid van Copine.
Volgens politiebronnen in Frankrijk had Cams onder andere in Marseille de hand in een aantal drugslaboratoria. Cams werd bij hem thuis neergekogeld op een manier die ook gelijkenissen vertoont met de moord op FN-kaderlid Juan Mendez in 1986.
De Tijd: “Bepaalde gegevens zouden erop wijzen dat Cams de opbrengsten uit zijn drugsactiviteiten witwaste via een handel in metalen die door zakenman Alfred Vlassenroot werd opgezet. Vlassenroot werd in 1985 met enkele schoten in het hoofd vermoord. Officieel is het een passionele moord. Vlassenroot was 65, zijn echtgenote die de opdracht gaf was... 74.”
Een bron tot slot: “Cams maakte vooral fortuin door mobiele drugslabs te leveren. Hij wist te veel over dat milieu.”