Mag je nog een kaars kopen? Een kurkentrekker? Kokosmat? Konijnenvoer?
Het gebeurde vrijdagnamiddag. De vrouw des huizes ontdekte nog een leeg plekje op de vensterbank. Dat moest natuurlijk onmiddellijk opgevuld worden met een plant.
Enfin, wij dus naar de grootste plantenzaak van de provincie. Ze hebben daar niet alleen kamerplanten, maar ook planten voor buiten, gereedschap, kledij om in de tuin te werken, noem maar op.
De afdeling met mutsen, handschoenen, sjaals en andere winterkledij, die was helemaal ingewikkeld met plasticfolie en voorzien van een bordje ‘Kijken mag, aankomen niet’. Tuurlijk, want volgens onze niet-essentiële ministers zijn dit niet-essentiële producten die niet mogen verkocht worden. Onze dochter van zeven vond dit belachelijk. “Wat moet iemand dan doen die een koud hoofd heeft maar geen muts mag kopen?” vroeg ze zichzelf af.
Aangekomen in de volgende ruimte, liepen we tussen de kalenders. Die lagen er voor het grijpen. Want begrijp het of niet: een kalender is dus wél een essentieel product. Onze dochter, volgens sommigen een even grote grapjurk als haar vader: “Aha, mensen die een koud hoofd hebben deze winter, die moeten dan maar een kalender op hun hoofd zetten!”
Om maar te zeggen: het is inderdaad allemaal een beetje belachelijk. En het meest idiote van al: zoiets krijgt onze regering op één, twee, drie uitgeschreven. Een nagelvijl mag nog verkocht worden, nagellak niet meer. Maar een wet aanpassen om het personeelstekort in ziekenhuizen op te lossen? Daar zijn ze zelfs na zeven maanden nog niet uit.
Ook bij De Ideale Wereld vinden ze die nieuwe regels een beetje idioot: kijk maar.