In een Franstalige reportage - binnenkort op de RTBF - beweert Paola Ruffo dat ze zich in de jaren '70 vaak eenzaam voelde. Vreemd voor een vrouw met drie jonge kinderen. Echte moeders weten immers dat die eenzaamheid als sneeuw voor de zon smelt als je echt houdt van die kinderen.
Paola had uiteraard geen tijd voor haar kinderen. Integendeel: ze liepen gewoon in de weg. In 1970 verschijnen er zelfs foto’s in de pers die het echte beeld tonen van Paola (zie onder). Ze is te zien met Albert de Mun. Een kortgerokte Paola loopt op Sardinië arm in arm met de adellijke bebaarde freelance journalist van Paris Match. Telkens wanneer ze kan, zal ze volgens goed ingelichte bronnen de flamboyante De Mun in Parijs bezoeken. Moeilijk kan dat niet.
In Brussel heeft ze een appartementje op de Louizalaan, tegenover bakker Nihoul. Ook daar trekt ze zich vaak terug met haar minnaar die door insiders schertsend omschreven wordt als Albert Deux.
Albert de Mun is de gelijknamige kleinzoon van een nog een andere Albert, politicus die in zijn tijd bekend stond als de "katholieke Jaurès". De minnaar van Paola heeft dan de leeftijd van de bedrogen prins, 34 jaar oud. De moeder van De Mun is dan weer verwant aan miljardair Juan de Beistegui, een man met wie Paola en haar man daarvoor nog samen op vakantie gingen. Paola leert er De Mun kennen.
Met die eenzaamheid van Paola viel het in de jaren ’70 dus goed mee, in tegenstelling tot de echte eenzaamheid van haar verwaarloosde en geplaatste kinderen.