Vandaag wordt de Baskische vrouw Maria Natividad Jáuregui Espina, die in Gent onder haar Baskische naam Jaione bekend is en ook al jaren in Gent woont, op een vlucht naar Spanje gezet.
Ze wordt beschuldigd van de ETA-moord op de Spaanse officier Ramón Romeo in Bilbao in 1981. Maandagochtend verschijnt ze in principe voor de Spaanse onderzoeksrechter.
Terwijl er in Vlaanderen heel wat sympathie is voor de kokkin, is er in Spanje vooral tevredenheid dat de vrouw eindelijk berecht kan worden voor de mogelijke aanslag op de officier.
De Euskadi Ta Askatasuna (Nederlands: Baskenland en Vrijheid), beter bekend onder de afkorting ETA en onder de naam Baskische Afscheidingsbeweging, was een terroristische organisatie die een onafhankelijke, socialistische Baskische staat wilde stichten, in de lijn van de abertzale linkse ideologie
Maria Natividad Jáuregui Espina zit sinds woensdag in hechtenis in Gent. Agenten van de federale politie zijn haar appartement binnengevallen en hebben haar meegenomen.
Zij zou, als aanhanger van de Baskische gewelddadige afscheidingsbeweging ETA, de militair in zijn hoofd hebben geschoten. Zij ontkent die beschuldiging.
Het arrest van het Hof van Cassatie levert een aantal interessante bijkomen elementen op.
Het door de overheid bekend gemaakte arrest steunt het oordeel dat de eiseres (de Baskische vrouw) zich op blijvende wijze wil onttrekken aan strafvervolging in Spanje niet enkel op de redenen zoals in het onderdeel vermeld, maar ook op de uit stukken gebleken vaststelling dat de eiseres gedurende haar verblijf in België tussen 2003 en 2013 nergens ingeschreven was en niet bekend was bij de stadsdiensten te Gent en dat zij zich op dat punt pas wettelijk in regel stelde na het eerste arrest van de kamer van inbeschuldigingstelling van 31 oktober 2013 en de daarop volgende verwerping van het cassatieberoep op 19 november 2013.
De appelrechters (het Hof van Beroep dus) stellen vast dat de uitvaardigende Spaanse rechter antwoorden heeft verschaft op de vragen die zij aan de Spaanse rechterlijke autoriteiten stelden bij tussenarrest van 30 juni 2020.
Uit deze antwoorden blijkt dat deze rechter aangeeft dat het regime van eenzame opsluiting in het geval van de eiseres onder geen beding van toepassing kan zijn omdat er sedert de gepleegde feiten al vele jaren zijn voorbijgegaan, er geen gevaar is dat bewijzen worden verborgen, noch gevaar bestaat voor het leven van derden of het ontsnappen aan de rechtsgang van een derde persoon.
Met de in het onderdeel vermelde appelconclusie (van het Hof van Beroep) heeft de eiseres (de Baskische vrouw) geargumenteerd ter ondersteuning van haar verzoek om na te zijn berecht, naar België te worden teruggezonden teneinde hier de straf of de veiligheidsmaatregel te ondergaan die tegen haar in Spanje zou kunnen worden uitgesproken.