We voldoen nu al aan de Europese norm van 2025, en dat heeft alles te maken met de bedrijfwagens.
Het is geen geheim dat de autobouwers in Europa onder steeds grotere druk staan om de uitstootnormen aan te scherpen. Het klimaatbeleid van de Europese Commissie maakt hier geen grappen over: tegen 2035 moet de uitstoot van nieuwe auto’s richting nul. Maar voor het zover is, ligt de volgende mijlpaal al op de loer. Vanaf 2025 moet de uitstoot van nieuwe wagens dalen naar maximaal 94 gram CO₂ per gereden kilometer – een forse daling ten opzichte van de 115 gram per kilometer die nu geldt. De Belgische automarkt laat zich echter van haar beste kant zien en loopt voorop in deze race, in tegenstelling tot vele andere Europese landen.
België en zijn atypische markt
Wat opvalt, is dat België een van de weinige landen is die al voldoet aan de strenge normen die vanaf 2025 worden opgelegd. Slechts zeven EU-landen hebben de uitstootnormen die de Europese Commissie volgend jaar invoert, al behaald. Samen met landen als Zweden, Denemarken en Nederland vormt België een voorhoede in de Europese autogroene revolutie. Maar wat maakt van België zo’n uitschieter? Een belangrijke factor is het bedrijfswagenpark, dat door een gunstige fiscaliteit en een vlot groeiende laadinfrastructuur razendsnel elektrificeert.
Tussen 2019 en 2023 daalde de gemiddelde CO₂-uitstoot van nieuwe auto’s in ons land met maar liefst 40 procent. Een indrukwekkend percentage, zeker als je het vergelijkt met het Europese gemiddelde van slechts 27 procent. Deze trend zet zich nog steeds voort, waar in de rest van Europa de daling stagneert.
De kracht van de bedrijfswagens
Waarom doet België het zoveel beter dan de meeste andere lidstaten? Het antwoord ligt grotendeels in het overwicht van bedrijfswagens op de Belgische markt. Zo'n 60 procent van de bijna 325.000 nieuw ingeschreven auto’s in 2024 zijn bedrijfswagens. Dit fenomeen is niet enkel een fiscale luxe; het zorgt er ook voor dat het wagenpark aanzienlijk sneller vergroent. De uitstoot van bedrijfswagens ligt vandaag de dag gemiddeld onder de 60 gram CO₂ per kilometer, terwijl particuliere wagens nog bijna het dubbele uitstoten (117,4 gram).
Deze cijfers illustreren hoe de bedrijfswagen als speerpunt fungeert in de strijd tegen CO₂-uitstoot. Niet alleen worden deze voertuigen sneller elektrisch, ze worden ook massaal ingeschreven door bedrijven die profiteren van fiscale stimuli en laadinfrastructuur. Vooral premiummerken zoals BMW, Volvo en Audi, die vaak als bedrijfswagens worden ingezet, scoren beter op het gebied van uitstoot. Merken die meer door particulieren worden gekocht – denk aan Dacia, Renault of Toyota – blijven duidelijk achter in deze transitie.
Laadinfrastructuur als sleutel tot succes
Naast de bedrijfswagens speelt ook de sterke uitbouw van laadinfrastructuur in België een cruciale rol in de vergroening van het wagenpark. Vlaanderen heeft nu een dicht netwerk van laadpalen, zonder grote capaciteitsproblemen. Bovendien hebben veel Belgische huizen de ruimte voor thuisladers, wat de overstap naar elektrische voertuigen nog aantrekkelijker maakt. Dit verklaart ook waarom de recente daling in de verkoop van elektrische voertuigen, zoals die in andere Europese landen, België voorlopig lijkt te ontzien.
Boetes voor de achterblijvers
Toch zijn niet alle landen even succesvol in het vergroenen van hun wagenpark, en dat kan autobouwers duur komen te staan. Vanaf 2025 hangt hen een boete van 95 euro per gram te hoge CO₂-uitstoot boven het hoofd voor elke verkochte wagen. Vooral grote spelers zoals Volkswagen en Ford hebben moeite om hun doelstellingen te halen, wat kan leiden tot miljardenboetes. De Europese federatie van autobouwers (ACEA) schat dat de totale boetelast voor de industrie kan oplopen tot 16 miljard euro. Voor een sector die al worstelt met teruglopende verkoopcijfers van elektrische voertuigen en hevige concurrentie uit China, zou dit een flinke klap kunnen betekenen.
Is de toekomst elektrisch?
Hoewel België goed op weg is, blijft de uitdaging om ook de particuliere markt sneller te vergroenen. Elektrische voertuigen zijn voor particulieren nog vaak onbetaalbaar, en de aanschafprijs blijft een grote drempel. Febiac, de Belgische automobiel- en tweewielerfederatie, pleit daarom voor tijdelijke stimulansen en subsidies om de aankoop van elektrische wagens voor particulieren aantrekkelijker te maken. Een verlenging van de eerder afgeschafte premie in Vlaanderen zou een eerste stap kunnen zijn, maar voorlopig is daar geen sprake van.
De kloof tussen bedrijfs- en privéwagens
De cijfers zijn duidelijk: de gemiddelde uitstoot van nieuwe bedrijfswagens is in België aanzienlijk lager dan die van particuliere voertuigen. Tussen 2021 en 2023 zakte de uitstoot van bedrijfswagens met maar liefst 44 procent, terwijl die van particuliere auto’s slechts met 10 procent daalde. Dit toont aan dat het vergroenen van het wagenpark in België vooral door bedrijven wordt gedreven, met particulieren die achterblijven.
De toekomst van de Belgische automarkt ziet er groen uit, maar enkel als ook de particuliere kopers overtuigd kunnen worden van de voordelen van elektrische voertuigen. Met de juiste stimulansen en verdere uitbouw van laadinfrastructuur lijkt België klaar om zich te blijven onderscheiden in de Europese autotransitie – en wie weet zelfs de nieuwe standaard te worden in de race naar een klimaatvriendelijk wagenpark.
