121 miljoen euro aan boetes en belastingen door ‘Propere Handen’-schandaal.
Zes jaar na de spectaculaire val van het Belgische profvoetbal door Operatie Propere Handen, moet de sector nu diep in de buidel tasten. De fiscus heeft zijn tanden gezet in het schandaal en is niet van plan los te laten: minstens 121 miljoen euro aan bijkomende belastingen, belastingverhogingen en boetes staat op de rekening van het Belgisch voetbal, zo lezen we bij HLN. De clubs, makelaars en trainers die dachten dat ze de storm hadden doorstaan, worden nu geconfronteerd met een harde financiële realiteit. De Bijzondere Belastinginspectie (BBI) zette het mes op de keel van de clubs door beslag te leggen op hun tv-gelden – een strategie die de clubs pijn doet waar het het meest voelbaar is: in hun portemonnee.
De rotzooi van Propere Handen
Het begon allemaal op 10 oktober 2018, toen Operatie Zero – beter bekend als Propere Handen – het Belgisch voetbal op zijn grondvesten deed daveren. De raid van 184 agenten op 44 locaties onthulde een web van witwaspraktijken, omkoping, matchfixing en fraude die het voetbal doordrongen. Makelaar Dejan Veljkovic, één van de spilfiguren in dit duistere spel, werd spijtoptant en gaf het hele systeem bloot. Hij sleepte prominente clubs, trainers en makelaars mee in zijn val. Hoewel de rechter nog geen straffen heeft uitgesproken, is de impact van zijn verklaringen enorm. Het gaf de BBI de munitie om zich vast te bijten in de financiële onderwereld van het voetbal en de fraudejagers kregen toegang tot informatie die hen tien jaar terug in de tijd liet graven naar nog meer fiscale misstappen.
Propere Handen bleek slechts het topje van de ijsberg. Terwijl het strafonderzoek zich verder uitrolde, onthulde de BBI nog talloze andere frauduleuze praktijken binnen de voetbalwereld die in eerste instantie niets te maken hadden met het schandaal. Een sneeuwbal van nieuwe onderzoeken volgde, met als gevolg dat voetbalclubs, spelers, trainers en makelaars onder de loep werden genomen voor allerlei fiscale wanpraktijken. Onder meer illegale makelaarscommissies en aftrekbare kostenposten kwamen aan het licht, waardoor de schuldenberg steeds verder opliep.
Het zware prijskaartje
In de herfst van 2022 vorderde de fiscus al 66,7 miljoen euro aan bijkomende belastingen en boetes van het Belgische voetbal. Dat cijfer groeide in 2023 tot 83,8 miljoen euro. Maar recent onderzoek onthult een nog groter bedrag: de belastinginspectie eist nu een duizelingwekkende 121 miljoen euro terug van de sector. Dat omvat 84,3 miljoen aan directe belastingen en nog eens 36,9 miljoen euro aan BTW. En dat alles zonder dat de strafrechter nog maar een uitspraak heeft gedaan.
De grote vraag is: welke partijen zijn verantwoordelijk voor deze gigantische som? Namen worden om privacyredenen niet vrijgegeven, maar insiders bevestigen dat prominente figuren zoals Bart Verhaeghe en Vincent Mannaert (toen beiden bij Club Brugge), Michel Louwagie (AA Gent) en trainer Peter Maes al schikkingen hebben getroffen. KV Mechelen is de enige club die openlijk heeft toegegeven een deal met de fiscus te hebben gesloten. Het geeft aan hoe zwaar de financiële druk op de sector is geworden, vooral omdat de tv-rechten – een stabiele bron van inkomsten voor clubs – bevroren werden door de fiscus in afwachting van akkoorden.
Een voetbalwereld op de rand van de afgrond
Deze fiscale tsunami komt op een moment dat het Belgisch voetbal al zwaar in de rode cijfers zit. In de afgelopen zes seizoenen boekten de clubs gezamenlijk maar liefst 650 miljoen euro verlies. Clubs vertrouwen voornamelijk op transferinkomsten om het hoofd boven water te houden, maar die zijn grillig en onvoorspelbaar. De tv-gelden – die jaarlijks variëren van 2 tot 12 miljoen euro voor een eersteklasser – vormen een van de weinige stabiele inkomstenstromen. Door het beslag van de fiscus dreigt de cashflow van vele clubs droog te vallen, wat hun dagelijkse werking ernstig in gevaar brengt.
Een harde houding van de fiscus
Het is duidelijk dat de BBI de voetbalwereld niet anders behandelt dan andere sectoren. Minister van Financiën Vincent Van Peteghem bevestigde dat zijn beleid erop gericht is om eerlijkheid te verzekeren, zonder uitzonderingen voor de glamourwereld van het voetbal. Het voordelige fiscale regime voor profsporters werd al deels teruggeschroefd en Van Peteghem hintte erop dat er in de toekomst nog meer hervormingen zullen volgen. Ook minister van Sociale Zaken Frank Vandenbroucke hervormde in 2021 het RSZ-systeem, wat de clubs samen zo’n 30 miljoen euro extra kostte.
De boodschap van de overheid is duidelijk: de tijd van de fiscale uitzonderingspositie voor het voetbal is voorbij. De sector zal zijn deel moeten bijdragen, net als elke andere industrie. En hoewel sommigen in het voetbal hoopten op wat onderhandelingsruimte, houdt de fiscus het been stijf.
De toekomst van het Belgisch voetbal?
De druk is immens. Clubs die traditioneel hun financiële modellen baseerden op instabiele inkomsten zoals transfers, zien nu hun vaste geldstromen in gevaar komen. En met een totale belastingclaim van meer dan 121 miljoen euro zal het nog jaren duren voordat de sector zich volledig herstelt. De vraag is niet alleen hoe het Belgisch voetbal deze klap te boven komt, maar of het überhaupt nog dezelfde status kan behouden binnen de internationale voetbalwereld.
De fiscus heeft het veld betreden en speelt voor niets minder dan de overwinning.