Inloggen

Log in of maak je account aan.

Wachtwoord vergeten? Registreren
Registreren
Wachtwoord vergeten

Wachtwoord vergeten? Voer je gebruikersnaam of e-mailadres in. Je ontvangt een link via e-mail om een nieuw wachtwoord in te stellen.

Registreren
Start Magazines Zoeken Shop Rubrieken

Bendedossier: Christian Smets van VSSE deed in interview enkele merkwaardige uitspraken

Thierry Debels - 11-03-2023

In de fictiereeks 1985 zien we Christian ‘Canard’ Smets van de VSSE een opleiding geven. In de werkelijkheid heeft Smets effectief training gegeven aan leden van Westland New Post. Sommigen beweren zelfs dat Smets iets te maken had met de misdrijven van de Bende van Nijvel.

Voormalig WNP-lid Frédéric Saucez in 1988: "In die tijd leek alles ons echter in orde, de 'kolonel' was er immers. De man, die ons voorgesteld werd als 'kolonel Canard', had een bivakmuts voor zijn gezicht. Zijn lijfwacht droeg dat ook.” 

“Hij gaf ons onderricht in schaduwtechnieken. Hoe we omkeerbare jassen moesten dragen, in publieke gelegenheden op de verschillende uitgangen letten, een achtervolging op de autosnelweg organiseren, enzovoort. Canard was een goede instructeur. Bij de 'Operatie Esperanza' hebben we hem ook zonder bivakmuts op straat gezien. Wij wisten dat hij van de Sûreté (VSSE) was."

Smets werd geboren op 3 april 1944 en overleed op 3 november 2022. Feit: Smets had zeer goede contacten bij de Franse inlichtingendiensten, meer bepaald met Philippe Rondot. Minder geweten is dat de spion ook een belangrijke rol speelde in de zogeheten Silco-affaire.

Claude Moniquet eerder: “Het waren de contacten van Smets in Libanon en Syrië en zijn missies ter plaatse die toelieten om de zaak op te lossen.” Het waren ook de goede contacten van Smets met Israël die de zaak (uiteindelijk) in de goede richting duwden.

Het Silco-incident betreft de ontvoering van de Belgisch-Franse familie Houtekins-Kets door de Libische regering van hun jacht Silco in de wateren van de Middellandse Zee op 1 augustus 1985.

Het Belgische deel van de familie werd bijna vijf jaar in Libië vastgehouden, maar kwam vrij na de vrijlating van terrorist Said Al Nasr (die begin jaren 1980 werd veroordeeld voor het gooien van een handgranaat naar een groep Joodse kinderen in Antwerpen). Het Franse deel van de familie werd iets eerder vrijgelaten, toen de Franse regering onderhandelde over hun vrijheid met de Libische regering. Na de vrijlating werden de Belgen hier beschermd door de VSSE.

Een ernstige hypothese is overigens dat er een link is tussen Al Nasr en sommige misdrijven in ons land, al dan niet toegeschreven aan de Bende van Nijvel.

Terrorist Said Al Nasr (ook: Nasser) (1955) legde vanuit zijn cel in Leuven-Centraal voor het eerst de link tussen de gekidnapte familie en zijn vrijlating, vertelt Willem Wallyn in 2005, destijds advocaat van Al Nasser. Wallyn is nota bene de bedenker van de verhaallijn van 1985.

Wallyn kreeg zelfs een telefoon van Albert Raes, toen topman van de Staatsveiligheid, die vroeg om hem in contact te brengen met Abou Nidal. Dat resulteerde uiteindelijk in een reis van Raes en Wallyn naar Algerije. "Walid Khaled stelde zich graag voor als een belangrijk man", zei Wallyn eerder. "Maar hij was een blaas." En zeker ook geen dubbelagent zoals beweerd door Eyskens jr..

Smets aanvaardde een tijd terug om te antwoorden op vragen over de Bende. Een belangrijke vraag is uiteraard of de moordenaars van de Bende van Nijvel ooit geïdentificeerd zullen worden?

Smets: “Gewoon uit respect voor de families van de slachtoffers, ik hoop het nog steeds.” Hij ziet het ook vanuit zijn standpunt: “Want dan we zouden EINDELIJK weten dat ik niet betrokken ben bij deze zaak. Maar vanuit een actueel persoonlijk oogpunt blijf ik twijfelen (dat de waarheid uitkomt).”

Smets ziet - net als vele anderen - een duidelijk onderscheid tussen de feiten van 82-83 en die van 85.

Smets: “Ik noem "moorden" (tueries) ALLEEN de feiten die zich in drie warenhuizen DELHAIZE (van 85) hebben voorgedaan. De rest bestaat uit misdaden en misdrijven, hoe ernstig ze ook mogen zijn, en ten slotte kan de slechtste inlichtingenagent van een Europese democratische dienst beweren dat al deze FEITEN niet overeenkomen met een terroristisch plan. De acties van de C.C.C. van een veel mindere ernst (alles is relatief en doet niets af aan mijn medeleven met de (families van de) twee gestorven brandweerlieden) waren dat veel meer.” Op 1 mei 1985, de Dag van de Arbeid, komen twee brandweermannen om het leven bij een aanslag van de CCC met een bomauto voor de hoofdzetel van het Verbond van Belgische Ondernemingen aan de Stuiverstraat in Brussel. De laatste 3 Delhaize-feiten in 1985 waren dus eigenlijk wel terrorisme volgens Smets.

Smets nog hierover: “Voor de CCC hadden we relevante informatie ruim voor de aanslagen aan de autoriteiten doorgegeven.” Dat is wel een merkwaardige zin.

Een voormalige agent van de VSSE hierover en na het lezen van de antwoorden van Smets: “De eerste fase (van de Bende) diende alleen om ‘de staat van vastberadenheid’ van potentiële moordenaars te testen. In de 2e fase zijn de psychopaten verzameld en werken op een goede schaal!”

Die agent nog: “Laatste element dat de meest terughoudende zou moeten uitdagen: de merkwaardige gevolgen van de arrestatie van de CCC en de daaropvolgende definitieve verdwijning van de "moordenaars" (van de Bende). Ik herinner me dat Italië tegelijkertijd explosieve avatars ondergaat en dat de GDL (Luxemburg) wordt geconfronteerd met de vrolijke bombinette (kleine bom) die, net als onze CCC's, alleen maar op zoek zijn naar het breken van stenen en ramen...”

Smets is uiterst intelligent en academisch gevormd, maar omschrijft zichzelf als iemand met twee linkerhanden. Tijdens zijn studieloopbaan is hij actief in de syndicalistische beweging MUBEF.

Smets: “Ik ben in 1972 in dienst getreden als inspecteur.” In 1973 krijgt Christian Smets bij de Staatsveiligheid de taak om mogelijke Palestijnse terroristen in ons land te detecteren. 

In 1975 wordt hij bevorderd tot inspecteur bij de sectie extremisme van Brabant. Deze afdeling is belast met het verzamelen van inlichtingen over extremistische splintergroepen zowel van links als van rechts. Vanaf eind 1976 staat hij aan het hoofd van een ploeg die zich speciaal toelegt op de infiltratie van extreem-rechts. Zijn collega 'Petit Christian' [Christian De Roock], die nauwe relaties heeft met het Front de la Jeunesse, behoort eveneens tot die groep.

Smets verder: “In 1979 werd ik gepromoveerd tot commissaris door middel van een vergelijkend onderzoek.” 

In november 1979 verlaat Smets de afdeling in Brussel. Hij slaagt in zijn examen voor commissaris en op 1 december 1979 neemt hij de leiding van de sectie extremisme van Charleroi. Het grootste deel van het werk dat hij vroeger persoonlijk uitvoerde, wordt nu toevertrouwd aan andere inspecteurs. In de omgeving van Charleroi stelt hij zich in verbinding met een reeks extreem-rechtse organisaties zoals de Milices de Jésus-Christ en de beweging Occident.

Smets: “In 1987 werd ik bevorderd tot hoofdcommissaris. Ik werd in 1990 door minister Wathelet geschorst en werd onmiddellijk weer in ere hersteld zodra zijn opvolger aantrad, allemaal met terugwerkende kracht. In 1997 werd ik, opnieuw via een intern vergelijkend onderzoek, benoemd tot divisiecommissaris.”

Smets antwoordt uitgebreid over zijn infiltratie bij WNP. Smets: “Er moet ook worden opgemerkt dat deze beroemde ‘infiltratie’ in totaal 7 uur duurde, verspreid over meerdere maanden, rekening houdend met de twee elementaire cursussen en de pseudo-oefening. Voor een diepe infiltratie die zoveel inkt doet vloeien, is het nog steeds erg kort.”

En dan de dood van Paul Latinus van WNP: zelfmoord of moord? Smets: “Zoals VDB zou hebben gezegd, als ik het wist... Velen babbelen, maar weten er eigenlijk niets van. Slecht gemaakt dossier en vreemdheid.” Hij is er wel zeker van dat (Faez) Al-Ajjaz en Latinus elkaar zagen.

Van Smets wordt verteld dat hij goede contacten had met de Mossad. Een voormalige agent: ”Er is de aanwezigheid van de commissaris op de Israëlische ambassade. (Drie bezoeken genoteerd) Misschien gaat hij daarheen om een toeristenvisum te krijgen, tenzij hij zich meldt bij zijn Mossad-agent?” 

Smets: “Ze (de Mossad) hadden geen behoefte om me te benaderen omdat ik, net als bij tientallen andere diensten, waaronder de Palestijnse Autoriteit, vaak met hen samenwerkte. We kenden elkaar dus goed. Ik weet ook dat (Eddy) Vos dol is op (Victor) Ostrovky's 'onthullingen'. Dat is zijn grondwettelijke vrijheid. Ik ben het niet met hem eens. Dit is geen staatsgeheim.” Volgens Ostrovsky werd WNP "overgenomen" om de Bende-aanslagen uit te voeren.

Smets nog: “In mijn werk heb ik vrij frequente contacten (85-90) waargenomen tussen extreemrechtse elementen en het Iran van de ayatollahs, kort na de islamitische revolutie. Ik kan maar één verklaring vinden voor deze paradox: de weigering om mensen met een migratieachtergrond te integreren in onze westerse democratieën. Anderzijds waren er ook een paar met het Libië van de kolonel (Kadaffi), maar hier is het eenvoudiger: alles wat Europa kon emm ... (kl..ten, pijn doen), was goed.”

Smets vindt het niet vreemd dat hij bijna de enige agent is van de VSSE wiens naam regelmatig voorkomt in verschillende grote vage zaken (WNP, Pinon-dossier, moorden rue de la Pastorale, zelfmoord Paul Latinus, Bende, brand Pour, ...). Smets: “Het vertelt me gewoon dat er sinds 1983 één en dezelfde orkestleider (dirigent) is.” Dat is een belangrijke zin.

Wat de zaak-Pour (een brandstichting) betreft, heb ik wel een mening die niet in de algemene richting gaat, maar bij gebrek aan materieel bewijs ben ik opnieuw gedwongen om te zwijgen. Vanuit mijn oogpunt is er GEEN Pinon-zaak en mijn eerdere relatie met Josiane (de vrouw van dr. Pinon) gaat alleen over haar en mij.”

Hij wil België niet vergelijken met Italië. Smets: “Laten we deze amalgamen stoppen met GLADIO, wat een Italiaans ding is (ik weet dat het kopieën verkoopt). De VSSE is niet de SISMI en omdat de Belgische situatie anders is, hadden we niet dezelfde anticommunistische fobieën. Ik wist net als iedereen dat er een Stay Behind-sectie was. Een parlementaire onderzoekscommissie werd aan het onderwerp gewijd en bracht een rapport uit. Ze vond het niet nodig om mij (oef! voor één keer!) te ondervragen.”

Smets krijgt ook een vraag over Guy Weber. Weber was "een levenslange vriend" van Yves du Monceau de Bergendael (van de Brigade Piron) die ook de baas was van de GB-Inno-BM groep ... gespaard door de Bende.

Smets: “Is dat de generaal die lang geleden een boek schreef? Ik weet alleen dat wanneer ik het woord DELHAIZE durf uit te spreken, ik niet veel succes heb bij de onderzoeksrechters... (nvdr: let op het meervoud) Alsof ik een vies woord had gezegd.” Volgens Smets draait de Bende rond racketeering. Hiermee spreekt hij zichzelf op het eerste gezicht tegen als hij de feiten van 1985 bestempelt als terrorisme. Dat is enkel schijnbaar zo. Er is immers geen tegenstelling tussen de twee drijfveren.

Tot slot is er een vraag over André Moyen. Smets: “Ik herinner me dat Moyen, alias "Captain Freddy" contact had met Mr. Massart (van VSSE). Voor de rest was ik ten tijde van de moord op Lahaut 4 jaar oud en had ik genoeg werk om me niet onder te dompelen in de dossiers van de jaren '40. Verder zie ik het verband met dit dossier (van de Bende) niet.”

Bende van nijvel Christian smets

Reacties

Resterende karakters 500

Lees meer

Nieuwsbrief Mis nooit meer het laatste nieuws, exclusieve aanbiedingen en boeiende verhalen van P-magazine! Schrijf je nu in voor onze nieuwsbrief en blijf altijd op de hoogte.
Zoeken