Voormalig commissaris Christian Smets (‘44-‘22) van de VSSE was op zijn zachtst gesteld een merkwaardige figuur.
In 1973 krijgt Smets bij de Staatsveiligheid de taak om mogelijke Palestijnse terroristen in ons land te detecteren. In interviews geeft Smets later toe dat hij dan uiteraard goede contacten had met Israël en de Mossad. Iets anders zou pas vreemd zijn.
Tien jaar later. Het is woensdag 17 augustus 1983. De politie van Vorst rukt uit voor wat op het eerste zicht een dronkemansruzie lijkt. In het midden van de straat staan twee mannen tegen elkaar te schreeuwen. Een trekt zelfs een vuurwapen, schiet en mist.
Hij waggelt naar een auto, sleurt de bestuurder vanachter het stuur en wil wegrijden. Maar de auto wil niet starten. Wanneer de politie verschijnt, gooit hij ziijn vuurwapen weg, steekt zijn handen in de lucht en wordt zonder morren gearresteerd.
Het Nieuwsblad: “Het blijkt te gaan om Marcel Barbier, een 22-jarige werkloze die ervan droomde om para te worden, maar de opleiding nooit heeft afgemaakt. In zijn flat vinden de speurders stapels nazistische boeken en neonazistische pamfletten. Tot hun verbazing slingeren er ook documenten rond met een stempel erop: NATO/confidential, en blanco pasjes om het NAVO-hoofdkwartier in Evere binnen te kunnen.”
Barbier is lid van Westland New Post (WNP). De leden krijgen opleiding van de kolonel. Dat is Christian Smets, bijgenaamd Canard. Later zal blijken dat Smets in WNP geïnfiltreerd was, maar dat hij zijn rol volgens sommigen iets te serieus was gaan nemen. WNP wordt dan geleid door Paul Latinus.
Ook commissaris Victor Massart die in '84 overstapte van de Staatsveiligheid naar de anti-terreurcel GIA zei niet te geloven dat Smets “geïnfiltreerd” was in WNP en was ervan overtuigd dat de man er eenvoudigweg deel van uitmaakte. Massart bracht Paul Latinus in contact met Smets.
Smets is ook protégé van minister van Justitie Jean Gol en Albert Raes, topman van de VSSE. Gol heeft uiteraard goede contacten met Israël. De Fransman Jean Francis ‘JF’ Calmette was dan weer de persoonlijke lijfwacht van Smets. Calmette gaf eind 1981 volgens een bron het bevel om toenmalig justitieminister Philippe Moureaux (PS) te vermoorden.
Er is ook een zeer merkwaardige link tussen Smets en de Roze Balletten. Paul Latinus beschouwde het halve centimeter dikke dossier dan hij over de seksfuiven in bezit had, zowat als zijn koninginnenstuk.
Met dat dossier had hij volgens hem vat op commissaris Christian Smets van de Staatsveiligheid, zelf een deelnemer aan die seksfuiven met minderjarigen volgens De Tijd. Voor Latinus was het dossier Pinon echter duidelijk nog veel meer dan een middel om de prang op Smets te zetten. Commissaris Joseph Kausse van de Staatsveiligheid verklaarde in juni 1985 tegenover de onderzoeksrechter: Paul Latinus heeft mij over het dossier Pinon gesproken. Hij beweerde te beschikken over verschrikkelijke informatie. Hij preciseerde zelfs dat hij een tweede koningskwestie kon uitlokken (met de avonturen van prins Albert, red.). Latinus werd in 1984 gezelfmoord.
Psychiater André Pinon getuigde hierover: "Ik begon mijn studies geneeskunde in 1963 in Leuven. Ik had daar een "kot". Daar ontmoette ik Josiane (Jeuniau) een jonge vrouw met een bescheiden achtergrond die in 1970 mijn vrouw zou worden. In hetzelfde gebouw, een verdieping boven mijn "kot" woonde een zekere Christian Smets. Hij volgde Romaanse filologie. We werden ook vrienden. Een of twee keer per week aten we samen in de Alma, het universiteitsrestaurant.”
“Aan het einde van mijn studie trouwde ik met Josiane en vestigden we ons in een huis aan de rue G.E. Lebon in Oudergem. Christian woonde niet ver van ons vandaan, avenue des Volontaires in Etterbeek. Drie of vier jaar lang konden we het heel goed met Christian vinden. Hij kwam twee of drie keer per week thuis. Soms gingen we zelfs in het weekend samen op stap.”
“Getrouwd met een fysiotherapeut, Catherine S., en nog niet klaar met zijn studie, was Christian op zoek naar een baan. In 1972 begon hij bij de Staatsveiligheid. Ik herinner me dat hij lessen met de Assimil-methode liet herhalen, dat hij Italiaans als zijn derde taal koos.”
“Als ik er vandaag over nadenk, zelfs voordat hij voor de VSSE werkte, gedroeg Christian zich vreemd. Soms zei hij midden op een avond dat hij weg moest omdat hij zogenaamd een "schuilplaats" had om vast te houden. Bovendien pochte hij dat hij vrienden had bij de OAS (Organisation de l'Armée Secrète) en sprak hij een duidelijk rechts discours. Naar mijn mening markeerde zijn militaire dienst bij de luchtmacht hem sterk en accentueerde hij alleen maar zijn smaak voor het leger en een oer-anti-Sovjetisme.”
Smets werd rond 1980-1981 ook de minnaar van de echtgenote van dokter Pinon, bij wie er seksfuiven georganiseerd werden waarbij hooggeplaatste personen in opspraak werden gebracht. Dat staat in het boek De Staatsveiligheid, geschiedenis van een destabilisatie van Christian Carpentier en Frédéric Moser.
De partner van Christian Smets heette volgens andere bronnen M. Franck (geboren in 1921) en was kinesitherapeut van beroep. Op 7 augustus 1985 werd zij van ambtswege uit het bevolkingsregister geschrapt, zij was naar Zuid-Afrika verhuisd. Voor zij naar het buitenland trok, woonde zij in de Kersebomenlaan 61 in Overijse (het toeval wil dat dit op slechts 1 kilometer is van het Delhaize-warenhuis van Overijse). Smets woonde in 1983 in Hoeilaart.
Op 7 februari 2012 durfde onderzoeksrechter Martine Michel de voormalige bazen van de VSSE te verontrusten. Tot dan toe waren ze arrogant geweest en weigerden ze te antwoorden. Michel doorzocht het huis van Albert Raes en zijn tweede man, Christian Smets. Beide mannen werden ook gehoord. Volgens speurders hebben hun verhoren niets overtuigends opgeleverd.