Joke Van Caesbroeck is freelancejournaliste, dertig en van de vrouwelijke soort. Om de veertien dagen kunt u een column lang meekijken in haar hoofd. Daar is het soms gezellig, maar meestal niet.
Rapporten aan de Facebook-frigo
De afgelopen dagen zat ik weer veel op Facebook. Man, wat zit ik veel op Facebook. Wanneer ik erg veel werk heb, zit ik op Facebook. Wanneer ik me voorneem om in de winkel ingrediënten te kopen waar ik een keer avondeten mee kan klaarmaken, zit ik op Facebook. Wanneer ik op het punt sta naar het zwembad te vertrekken om anderhalf uur aan mijn mooie lichaam te werken, zit ik op Facebook. Door Facebook zal ik altijd wel een mooi lichaam hebben maar nooit een onweerstaanbaar, eet ik voor avondeten alleen overrijpe kiwi’s, drink alleen goedkope roséwijn die mensen voor me meenemen en haal geen enkele deadline. Facebook wordt mijn ondergang.
Maar tot de tijd dat ik voorgoed ten onder ga weet ik wel erg veel dingen. Ik weet dat een vriendin van me die al lang geen vriendin meer is in een vliegtuig zit dat volgens de foto, houd u vast, vleugels heeft. Ik weet dat een collega van me vandaag elf komma drie kilometer heeft gelopen aan zes komma drie kilometer per uur, in een roze stretchshort. Ik weet dat veel mensen nog steeds denken dat u met een hoofdletter moet en dat Engelstalige liedjesteksten de medemens troosten. Ik weet dat het dochtertje van de slager uit het dorp waar ik opgroeide naar het derde middelbaar mag. Ik weet dat ze als beloning voor die grootse prestatie een dikke salamiworst kreeg.
Berichten van die laatste soort, daar werden we de laatste dagen toch mee om de oren geslagen. Wat was mij dat. Ons Anneliezelorelientje is geslaagd! Geslaagd in wat? Ze kan misschien te weten komen wat x is als y honderdendrie is - dat is zes trouwens, ik ben ook naar school geweest - maar ons Anneliezelorelientje gaat daar de buiken van kleine negertjes niet mee vullen. Oceano kreeg vandaag zijn zindelijkheidsdiploma! Op de foto zit Oceano op zijn potje en eet zijn kak op. Dat zal dan toch met delibereren geweest zijn.
Die kinderen van tegenwoordig krijgen al diploma’s voor ze hun eerste voet in een school hebben gezet. Op de ijskasten van jonge ouders hangen groentepapbrevetten, kleuterdiploma’s en oorkonden voor beste schommelaar. Facebook is ook een soort ijskast. Tot die groentepapvretende schommelkampioen naar het middelbaar gaat en daar ineens de ene buis na de andere verzamelt. Slechte rapporten, B- en C-attesten mogen niet aan de frigo. En al zeker niet aan de Facebook-frigo. Dan zijn de magneten plots op.
Ik zat op zes jaar tijd in drie scholen en behaalde in die tijd eens een B-attest, in het tweede middelbaar, en een C-attest, in het vijfde middelbaar. Ik moest een keer zakken en keer blijven zitten. Mijn moeder en vader waren blij dat er niet zoiets bestond als Facebook. Ze zeiden: stel je voor dat er iets als Facebook bestond, hoe zouden wij als gefaalde ouders het redden tussen al die ouders met hun geniale kroosten?
Ik heb geen kinderen en de kans dat ik ooit een kind heb is ongeveer even groot als de kans dat de paus op zijn balkon aan de tieten van een fotomodel likt en zegt dat het tijd is voor verandering. Maar heb ik op een dag bij groot toeval toch een kind, dan hoop ik dat het dikwijls faalt. Dat ik kan zeggen: kijk naar je moeder, vroeger een grote mislukking op school maar nu een rosédrinkende kiwiverslaafde die niet gaat zwemmen met haar mooie lichaam. Met jou komt het ook goed, kind. En dat zou ik dan op Facebook zetten.