Een sergeant-majoor die niet meer fier overeind kan staan: ook in de oudheid hadden de mannen daar wel eens last van. Maar wat deden ze toen? Het inmiddels befaamde blauwe pilletje bestond toen immers nog niet… Van middeltjes die vooral op de lachspieren werken tot ‘medicatie’ die voor een dagenlange harde zorgt, tot dingen die vandaag nog gebruikt worden.
Zo’n 2.500 voor Christus woonden er in China nog niet veel zestigplussers. De weinige mannen die wél zo oud werden, die kregen hun vlag meestal niet meer gehesen. De Chinezen waren ervan overtuigd dat dit kwam, doordat met de jaren de Ying en Yang uit balans geraakten. Zo ook bij hun toenmalige keizer. Al was dat voor hem een ramp: die meneer had zo’n twaalfhonderd vrouwen content te houden. Chinese specialisten maakten een kruidenmengeling van maar liefst tweeëntwintig geheime ingrediënten, waarna de keizer opnieuw van jetje kon geven als was hij een achttienjarige knaap. Althans, zo gaat de legende toch.
De oude Egyptenaren, die geloofden niks van die Ying en Yang. Omstreeks 1.600 voor Christus vonden zij de échte reden van impotentie: kwaadaardige vloeken. Gelukkig vonden straffe Egyptische dokters al snel een remedie. Men neme een babykrokodil, men snijde die open, hartje eruit, vermalen en op de dienstweigerende piemel smeren. En de kwaadaardige vloek verdween weer even snel als-ie gekomen was. Enfin, soms toch.
De Maya’s waren rond 1.000 voor Christus een beetje nuchterder. Een ouder wordend lichaam verslijt. Dat heeft niks met Ying, Yang of kwaadaardige vloeken te maken. Maar ze geloofden wel dat thee van de blauwe lotus soelaas kon brengen. Mogelijk hadden die oude Maya’s nog gelijk ook. Nog niet zo lang geleden ontdekte men dat die bloem de stof apomorphine bevat. Momenteel onderzoekt men of die stof kan ingezet worden bij erectiestoornissen.
Aristotoles was een straffe Griek die in 330 voor Christus een bijzondere ontdekking deed. Hij liet de lijfjes van de Spaanse vlieg – een keversoort – drogen, maalde die en slikte het poeder vervolgens in. Werd hij toch wel bijzonder hitsig zeker? Toevallig kwam de vrouw van de Romeinse keizer Tiberius dat te weten. Stiekem kieperde ze dergelijk poeder in de eerstvolgende feestmaaltijd. Niet veel later zaten alle mannelijke gasten met een erectie, terwijl de aanwezige vrouwen hun slipje vochtig voelden worden. Er volgde een heus orgie.
Tegenwoordig weet men dat Spaanse vlieg inderdaad erecties kan uitlokken. Erecties die soms dagenlang aanhouden, wat niet bijster gezond is. De Spaanse vlieg die je tegenwoordig in de seksshops koopt, bevat dan ook geen milligram gemalen kever meer.
Een hele tijd later – in de dertiende eeuw om precies te zijn – kwam theoloog Thomas Aquinas erachter dat erectiestoornissen toch werden veroorzaakt door demonen. Demonen die altijd door vrouwen aangestuurd werden. Hij stelde bijgevolg dat mannen met erectieproblemen de vrouw moesten opsporen die hun sabel beheksten, om haar liefst zo gewelddadig mogelijk om het leven te brengen.
Gelukkig bood er zich in het begin van de zeventiende eeuw een plezantere oplossing aan. De mensheid ontdekte namelijk dat de behandeling voor erectieproblemen tamelijk eenvoudig was: een rukbeurt, uitgevoerd door een knappe vrouw.
In 1918 zat een Russische dokter na te denken over een oplossing voor impotentie. Op zijn vrije dag ging hij naar de zoo, waar hij zag dat bonobo’s eigenlijk niks anders deden dan seksen. Hij dacht de oplossing gevonden te hebben. Hij nam een impotent proefkonijn en naaide die – letterlijk – testikels van een bonobo aan. De man zijn gloednieuwe knikkers stierven echter af. Later probeerde hij het ook nog met de ballen van beren, herten en geiten, maar het resultaat was altijd hetzelfde.
In 1960 ontdekten wetenschappers dat heel wat zoogdieren botten hebben in hun penis. Verschillende heren met erectieproblemen kregen synthetische botten ingepland. Dat bleek echter geen schitterend idee. De heren liepen namelijk constant met een erectie rond, met heel wat verontwaardigde blikken en plasproblemen tot gevolg.
Begin jaren zeventig vond men een nieuw soort implantaten uit, die indien een erectie gewenst was, vol lucht konden gepompt worden. Dit is een behandeling die vandaag soms nog gebruikt wordt.
In het jaar 1972 ontwierp een eigenaar van een bandenwinkel een cilinder waarop hij een bandenpomp kon monteren, zodat hij de koker vacuüm kon trekken. Op een bepaald moment dacht hij: ‘Wat zou er gebeuren wanneer ik dat ding over mijn penis schuif?’ Om het antwoord op die vraag te vinden, probeerde hij het nog ook. Tot zijn grote verbazing kreeg hij een knoert van een erectie. De penispomp was geboren.
In 1982 wilde een Franse chirurg een patiënt de spierverslapper papaverine toedienen. De geneesheer was een beetje in de war en spoot het goedje per abuis in de penis van de patiënt, met een erectie tot gevolg. Hij maakte een verslag van zijn bevindingen, waarna andere artsen aan het experimenteren sloegen. Papaverine werd ingezet tegen impotentie.
In 1994 gingen onderzoekers na of de stof sildenafil heilzaam kon zijn bij keelontstekingen. Er werden proefkonijnen opgetrommeld, maar die kregen als ‘bijwerking’ vaak een erectie. Vier jaar later werd Viagra – met als werkzaam bestanddeel sildenafil – gecommercialiseerd als middel bij erectieproblemen.