Start Magazines Zoeken Shop Rubrieken

De zaak-'Gel 2000': TV-programma leverde oplossing roofmoord Laurence op

Thierry Debels - 01-05-2024

Op zaterdag 16 maart 1996 haastten verscheidene inwoners van Châtelineau zich om op het laatste nippertje nog de laatste inkopen van het weekend te doen. 

Rond half zes merken enkele klanten op dat de GEL 2000, één van de vele kleinere warenhuizen die zich rond de Cora in Châtelineau bevinden, vroeger dan normaal gesloten was.

Eén van de klanten belde de politie, die op haar beurt de rijkswacht inschakelde. Van de 24-jarige Laurence uit Farciennes, de kassierster van de winkel, was geen spoor te bekennen. Haar verdwijning wordt pas veel later opgelost door een opsporingsbericht op tv.

Assisen

We zetten de kalender enkele jaren later. Laurence Wojtszyk werd ter dood veroordeeld door haar twee moordenaars. In Bergen herbeleefden de juryleden in 1999 de beproeving van de jonge vrouw. Ze smeekte de beklaagden. Tevergeefs: ze duwden haar levend in de Samber.

“Hun wandaden getuigen van een buitengewone onmenselijkheid”, zo omschrijft advocaat-generaal Claude Michaux het gedrag van beide beschuldigden.

Philippe Gheerts en Fabian Mirgaux hebben keurig verzorgd haar en dragen sobere pakken voor de Assisen van Henegouwen.

Hun verschijning is ongetwijfeld een poging om de juryleden (8 mannen en 4 vrouwen) de afschuwelijke beproeving te doen vergeten die ze Laurence Wojtszyk hebben aangedaan, toen ze op 16 maart 1996 levend in de Samber werd geduwd, nadat ze was ontvoerd uit de winkel Gel 2000, gespecialiseerd in diepvrieswaren, in Châtelineau, waar ze kassierster was.

Niemand begrijpt waarom de overval zo'n boosaardige wending nam. Gheerts' enige verklaring: “Ik had het geld zo hard nodig dat mijn vrouw dreigde mij en onze dochter te verlaten als ik niet wat geld mee naar huis nam.

Voorzitter Jonckheere interrumpeerde: “Het zou genoeg geweest zijn om je gezicht te verbergen met een bivakmuts.”

Opgehelderd

De moord op Laurence Wotjczyk, een caissière in Gel 2000, werd pas na anderhalf jaar opgehelderd. Iemand schreef een anonieme brief naar de gerechtelijke politie van Charleroi met daarin een aantal tips.

De twee moordenaars van Laurence Wojtczyk, de kassierster van de winkelzaak Gel 2000 in Châtelineau, die in maart 1996 verdween en maanden later dood in de Samber werd teruggevonden, zijn ontmaskerd na een opsporingsprogramma op de RTBF.

De twee daders hebben volledige bekentenissen afgelegd. Het zijn de 30-jarige Philippe Gheerts en de 22-jarige Fabian Mirgaux, beiden uit Charlerloi. Zij verklaarden dat ze op 16 maart 1996 Gel 2000 wilden overvallen. Zij hadden echter niet gerekend op de aanwezigheid van Laurence Wojtczyk.

Om te voorkomen dat ze zouden worden geïdentificeerd, hebben ze de vrouw meegenomen, verkracht en vastgebonden. Daarop gooiden ze haar levend in de Samber.

Toen het lijk van Laurence na haar verdwijning uit de Samber werd opgevist, haar lichaam verzwaard met betonblokken, verdacht het gerecht eerst Marc Dutroux

Voordien hadden de rovers haar in de koffer van de wagen opgesloten en haar bankkaart gebruikt in Charlerloi en Nijvel. Onmiddellijk na de aangifte van de verdwijning werden enorme middelen ingezet, maar die leverden enkel een wazige robotfoto (zie foto) op.

Het slachtoffer werd in juni teruggevonden in de Samber en kon worden geïdentificeerd aan de hand van haar juwelen en haar gebit.

Om haar smekende blikken niet meer te moeten trotseren, hadden de twee beulen kleefband over haar ogen geplakt. Om Laurence te verkrachten, werd ze aan een boom vastgebonden door haar beulen.

RTBF

Op verzoek van de gerechtelijke politie van Charlerloi werd in de tweede aflevering van het opsporingsprogramma Appel à Témoins, op de RTBF, een oproep gericht tot eventuele getuigen.

Het TV-programma leverde achtentwintig getuigenissen die werden onderzocht door het team van commissaris Laitem van Charleroi. De ploeg van Laitem, de procureur des konings van Charlerloi en onderzoeksrechter Raynal deden daarop een nieuw beroep op getuigen, opnieuw in Appel à Témoins.

De anonimiteit werd absoluut gegarandeerd. Het moordonderzoek kende plotseling een belangrijke wending na de uitzending van 22 oktober. Na die uitzending kwam die brief bij de gerechtelijke politie van Charlerloi. De getuigenis leidde uiteindelijk tot de aanhouding van de twee moordenaars van Laurence Wotjczyk.

Kaarsen

Voor Assisen van Henegouwen probeerde de hoofdverdachte zijn spijt te betuigen: “Ik bid vaak, ik steek kaarsen aan voor de Heilige Rita”. De verloofde van Laurence Wojtczyk werd ook onterecht verdacht.

Laurences toekomstige schoonmoeder zei dat ze geen enkel telefoontje van Gel 2000 onvangen te hebben: “Ze hebben zelfs niet eens gevraagd of we al nieuws hadden. De winkelafgevaardigde stelde ons zelfs verantwoordelijk voor de verdwenen 28.000 frank. Volgens hem moeten wij dat bedrag terugbetalen. De speurders daarentegen zijn altijd behulpzaam en correct.”

De laatste hoop die de familie nog had voor het vatten van de twee moordenaars, waren de ‘helderzienden’. “We hebben er al enkele bezocht. Ze beweren alle dat Laurence nog in leven is. Ze zou getraumatiseerd en opgesloten zijn. De plaats konden ze geen van allen situeren,” verklaarde haar toekomstige schoonmoeder.

Als er één beeld is dat je van Laurence moet onthouden, dan is het dat van een jong meisje dat ervan hield om het leven ten volle te leven. Ze hield van goed gezelschap, dansen... De ouders van Laurence Wojtczyk (ook: Woytczyk, Wojtczyk) zijn ontroostbaar.

Verloofde

Grégory Gilles, de verloofde van Laurence die als eerste verdachte gold, sukkelt sinds de dood van zijn vriendin met psychologische problemen. Hij ging Laurence elke dag rond sluitingstijd ophalen.

De ouders van Grégory Gilles vertelden dat hun zoon met Laurence in september 1996 wilde trouwen. “Sinds haar verdwijning heeft Grégory geen zin meer in het leven. Hij wil de dood van Laurence nog steeds niet erkennen.”

Voor het Hof van Assisen van Henegouwen spraken ze met zachtheid en waardigheid over hun dochter die werd ontvoerd, verkracht en levend, met handen en voeten vastgebonden, in het zwarte water van de Samber werd gegooid. De twee verdachten, Philippe Gheerts, 32, en Fabian Mirgaux, 24, erkenden de verantwoordelijkheidvoor deze koude en wrede misdaad.

Wie was de mysterieuze bron van de speurders? Een speurder: ”Het was de ex-vrouw (Nadia Van Winck) van moordenaar Philippe Gheerts die haar man anoniem aangaf...”

Detail: het slachtoffer had een sokje in de mond: één kleine sok was van Gheerts' dochter, de andere werd bij hem thuis gevonden.

Meester

Meester Odile Deladrière was de raadsman van Fabian Mirgaux: “Het was mijn eerste assisenzaak. Ik was natuurlijk gestrest. Maar in het stadium van het hof van assisen ben je goed voorbereid: we hebben genoeg tijd gehad sinds het begin van de zaak, sinds de arrestatie. In dat stadium heb je tijd gehad om de gruwelijkheid van de gebeurtenissen te verwerken en denk je meer na over de persoonlijkheid van de beschuldigde. En hier had ik geluk: Mirgaux was de minst schurkachtige van de twee, als ik het zo mag zeggen. Hij was een loser die zich wanhopig had vastgeklampt aan Philippe Gheerts, een arme jongen zonder familie en zonder vrienden.”

“Ik heb niet gepleit over onschuld, er viel niets te zeggen. Ik pleitte alleen voor de straf, in de hoop dat de jury onderscheid zou maken tussen de twee verdachten. Uiteindelijk werden beiden veroordeeld tot het maximum, levenslang. Deze eerste rechtszaak was een verrijkende professionele ervaring, iets krachtigs. Ik vind dat een advocaat ten minste één keer voor een assisenhof moet pleiten...”

Roof, moord, verkrachting, marteling, ontvoering: in 1999 veroordeelde het Hof van Assisen van Henegouwen de twee mannen tot levenslange gevangenisstraf.

foto’s: politie rv, cover krant Sud Presse (La Meuse) rv

 

 

 

 

Moord

Reacties

Resterende karakters 500
Nieuwsbrief Mis nooit meer het laatste nieuws, exclusieve aanbiedingen en boeiende verhalen van P-magazine! Schrijf je nu in voor onze nieuwsbrief en blijf altijd op de hoogte.
Zoeken