Het gezondheidsministerie in Gaza publiceert een document met de namen, leeftijden en ID-nummers van duizenden doden.
In de chaos van een oorlog verdwijnen slachtoffers vaak in anonieme statistieken, ontdaan van hun identiteit. Maar een baanbrekend onderzoek door Airwars, een onafhankelijke organisatie in Londen, doorbreekt dat patroon. Hun diepgaande analyse heeft inmiddels ruim 7.000 Palestijnse burgerdoden geïdentificeerd, die door Israëlische luchtaanvallen om het leven kwamen. Elk van deze slachtoffers heeft nu een naam en gezicht gekregen, waardoor ze niet langer slechts een cijfer zijn in de overweldigende statistieken van oorlog.
De menselijke tol van oorlog
Onder de slachtoffers bevinden zich docenten, dokters, schrijvers en jonge mensen die net aan hun leven begonnen waren. Mensen zoals - bijvoorbeeld - de familie Al-Manama. Hun verhaal vind je hier.
Verhalen brengen de schrijnende realiteit van het conflict dichterbij, en zorgen ervoor dat de duizenden doden niet worden vergeten in de koude analyses van aantallen en data.
De omvang van de tragedie
Volgens cijfers van het Palestijnse gezondheidsministerie, dat gecontroleerd wordt door Hamas, zijn er sinds het begin van de oorlog bijna 42.000 mensen omgekomen in Gaza. Het ministerie maakt geen onderscheid tussen burgers en militanten, wat leidde tot twijfels over de betrouwbaarheid van de cijfers. Zo uitte de Amerikaanse president Joe Biden publiekelijk zijn scepsis over deze statistieken, en stelde hij dat het werkelijke aantal burgerdoden veel lager zou zijn.
In een ongekende zet publiceerde het Palestijnse ministerie echter een uitgebreide lijst met namen, leeftijden en identificatienummers van de duizenden doden. Emily Tripp, directeur van Airwars, noemt het in een interview met de NOS een unieke actie: “Voor zover wij weten is dit nog nooit eerder gedaan tijdens een oorlog.” Deze lijst bleek grotendeels accuraat te zijn, hoewel er nog namen van slachtoffers ontbraken. Vooral vrouwen en kinderen zijn oververtegenwoordigd, goed voor meer dan de helft van de slachtoffers.
Verbijsterende luchtaanvallen
De luchtaanvallen die Israël uitvoerde, richtten zich volgens het leger op militaire doelen, maar troffen ook talloze burgers. Op 7 oktober vorig jaar, bijvoorbeeld, werd een appartementencomplex in Gaza-stad gebombardeerd waarbij vijftien leden van de familie Al-Dous omkwamen, waaronder zeven kinderen. De ouders overleefden, maar hun dochtertje werd een dag na de aanval geboren in het zwaar beschadigde Shifa-ziekenhuis.
Een andere tragedie vond plaats op een markt in Jabalia, waar op 9 oktober een Israëlische luchtaanval minstens 65 burgers het leven kostte. Onder hen de 19-jarige Imad Hamad, die op de markt brood en matrassen wilde kopen voor zijn familie. Deze aanvallen laten de immense menselijke tol zien die het conflict eist.
Gedetailleerd en betrouwbaar onderzoek
Airwars baseerde haar onderzoek op openbare informatie, van sociale media tot rapporten van hulporganisaties. Via foto's van lijkwaden, overlijdensberichten en nieuwsartikelen konden ze achterhalen waar en wanneer de luchtaanvallen plaatsvonden en wie daarbij omkwamen. Ook werden persoonlijke details, zoals tatoeages en andere unieke kenmerken, gebruikt om de slachtoffers te identificeren. Dit zorgvuldige werk maakt het moeilijk voor overheden om de doden af te doen als 'collateral damage'.
Onder de geïdentificeerde doden bevinden zich ook tientallen militanten, van wie de identiteit werd vastgesteld via foto's op sociale media of omdat ze met een vlag van Hamas werden begraven. Maar het overgrote deel bestaat uit burgers, mensen die in hun huizen, scholen of ziekenhuizen schuilden voor de aanvallen, of stierven door ziekte en uitputting in de verwoeste infrastructuur van Gaza.
Een oproep tot verantwoordelijkheid
Jessica Dorsey, docent internationaal recht aan de Universiteit Utrecht en bestuurslid van Airwars, wijst erop dat het onderzoek een belangrijke boodschap bevat: het is wél mogelijk om burgerdoden te identificeren en lokale bronnen te vertrouwen. Hiermee richt ze zich ook tot landen die Israël van wapens voorzien. “Regeringen moeten verantwoordelijkheid nemen en ervoor zorgen dat burgers beter beschermd worden in oorlogstijd,” stelt Dorsey.
Hoewel het onderzoek van Airwars zich richt op het achterhalen van de waarheid en het herstellen van de identiteit van de slachtoffers, heeft het ook een praktisch doel. De verzamelde gegevens kunnen in de toekomst worden gebruikt voor juridische procedures, zoals de genocidezaak die momenteel bij het Internationaal Gerechtshof loopt.
De waarde van herinnering
Voor de onderzoekers gaat het echter om meer dan statistieken en juridische claims. “Iedereen heeft recht op de waarheid,” benadrukt Emily Tripp. Voor de nabestaanden van de slachtoffers is dit onderzoek een manier om te weten te komen wat er is gebeurd met hun dierbaren. Het onderzoek is daarmee niet alleen een oproep voor gerechtigheid, maar ook een eerbetoon aan hen die in stilte zijn gestorven. Door hen een naam en gezicht te geven, worden ze herinnerd zoals ze dat verdienen – als mensen, niet als nummers.
De volledige lijst vind je hier.