Voetbal is al lang geen spel meer.
De vijftigers onder ons herinnering zich wellicht ‘De man van zes miljoen’. De science fiction serie met de populaire Lee Majors in de hoofrol. Wanneer de astronaut Steve Austin (Lee Majors) na een ongeluk op sterven ligt, zit er niets anders op dan hem met experimentele bionische onderdelen in elkaar te zetten. Zo worden beide benen en zijn rechterarm vervangen door bionische implantaten. Zijn rechteroog wordt ook vervangen door een bionisch oog. Door zijn implantaten wordt zijn kracht, snelheid en zicht bovennatuurlijk. Prijskaart: zes miljoen dollar. Onmogelijk – astronomisch – duur in die tijd.
Een halve eeuw later is een jongen die aardig tegen een bal kan trappen – en luistert naar de naam Erling Haaland – 1 miljard waard.
Haaland heeft uiteraard geen salaris van 1 miljard, maar is een complex commercieel product. Hij is zo populair aan de overkant van het kanaal - bij Manchester City - om de 12 seconden een shirt met zijn naam over de toonbank gaat. Sinds oktober is de uurwerkenverzamelaar het gezicht van het bekende Zwitserse merk. Maar hij is dat ook Nike. Goed voor naar verluidt 22 miljoen euro per jaar voor de komende 10 seizoenen.
“Erling is een miljard euro waard”, beweerde Rafaela Pimenta (49) in oktober. Pimenta is de zaakwaarnemer van Haaland. De Braziliaanse advocate en voormalig professor internationaal recht nam na de dood van supermakelaar Mino Raiola diens spelersportefeuille over. Inclusief Haaland. “Gezien zijn leeftijd, zijn kwaliteiten, zijn progressiemarge en zijn voorbeeldig gedrag, durf ik wel over zo’n bedrag spreken. Tel zijn marktwaarde als voetballer op met zijn sponsor- en imagewaarde, en het is zeker een miljard”, aldus Pimenta.
Het gaat zelfs zo ver dat Haaland in Noorwegen onlangs drie patenten aanvroeg om zijn imago commercieel te exploiteren. Een handelsmerk op zijn handtekening, eentje op die kenmerkende lotushouding waarmee hij doelpunten viert en eentje op zijn naam, Erling Haaland.
Terug naar de jaren zeventig.
“Mam, ze vragen of ik mee kom sjotten op het pleintje.”
“Niks van, van eerst uw huiswerk.”
“Maar waarom?”
“Hoor ik u nog !?”
Ja, waarom eigenlijk?