Onze Franstalige Brusselse en Waalse jonge vrienden moeten eind juni een verplichte test afleggen: de CEB. Dat is al in het laatste jaar van het lager onderwijs. CEB staat voor Certificat d'études de base.
Die test is zeer belangrijk. Niet geslaagd? Dat betekent het zesde jaar opnieuw doen of een speciale zwakke richting volgen in het middelbaar.
Uit interesse heeft je redacteur meegedaan aan deze toetsen. Voor de test Frans haalde ik 9/10, wiskunde 7/10 en ‘ontwaken’ (Eveil in het Frans, een mix van geschiedenis en wereldoriëntatie) slechts 6/10.
Volgens de Waalse overheid haalt 85 procent van de kinderen minstens 5/10 op elke toets. Eerlijk: we vonden de vragen niet echt gemakkelijk.
Toch zijn die vragen niet altijd goed opgesteld. De puntenverdeling kan ook veel beter.
Een voorbeeld van een slechte vraag is deze:
De niet-bebouwde ruimtes zijn 'talrijk' of 'weinig talrijk'. Dat is een zeer onduidelijke vraag. We zien een groot plein, dus het zou 'talrijk' kunnen zijn. Het juiste antwoord volgens de opsteller is nochtans peu nombreux (weinig talrijk).
Een typisch voorbeeld dus van een zeer slecht opgestelde, verwarrende en onduidelijke vraag. Ook de vaststelling dat de leerling alle correcte hokjes mag aankruisen, is vreemd.
Ook de puntenverdeling is te streng. Kinderen moeten twee antwoorden geven bij Leopold I (zie onder). Ze moeten wel beide antwoorden correct hebben voor een vol punt (1 E). Een juist antwoord - bijvoorbeeld 1 A - levert helemaal niets op. Dat zou een half punt moeten zijn. Kortom, de opstellers van die CEB-test zijn dus zelf gebuisd.
foto: Pexels