Start Magazines Zoeken Shop Rubrieken

Gevallen beursgoeroe Van Rossem duikt ook op in 'Kuwaitgate'

Thierry Debels - 23-04-2023

Christian Basano werd geboren op 12 juli 1957 in Nice. Hij is een boekhouder. In het recente boek ‘Banks Game’ beschrijft de man een bijzonder verhaal.

Auteur Denis Robert (Clearstream) hierover: “De boekhouder uit Nice, Christian Basano, is de ongelukkige held van een zeer complex verhaal dat verband houdt met de Golfoorlog. In de nasleep van het conflict zouden de Koeweiti's, geholpen door Westerse handlangers, 16 miljard dollar aan internationale hulp via banken in verschillende landen hebben verduisterd.” Het gaat meer bepaald om geld om de brandende olieputten te dempen.

De 'zaak-Basano' begon toen de boekhouder zich realiseerde dat zijn identiteit was misbruikt om via een bank geld te transfereren. Die uiterst merkwaardige zaak, waaraan door de klassieke media (MSM) geen enkele aandacht werd gegeven, wordt ook even aangeraakt in het boek Histoires secrètes des détectives privés van Christophe Deloire. Zelfs Jean-Pierre Van Rossem wordt vermeld. Basano zal zelf ook klacht neerleggen bij de Franse Justitie wegens het misbruik van zijn identiteit.

Het verhaal van Basano is uiteraard al interessant, maar wordt nog boeiender - en ook vreemder - als ook de zeer goed gevulde buitenlandse bankrekeningen van de gevallen beursgoeroe Jean-Pierre Van Rossem (°45-18) opduiken. (zie onder)

Van Rossem heeft volgens de Franse boekhouder niet onmiddellijk iets te maken met die zwendel inzake de miljarden van Koeweit, maar Basano vermeldt de rekeningen met honderden miljoenen dollar van de beursgoeroe omdat het geld van de oplichter via dezelfde interne rekeningen van die (vooral Zwitsere) banken transiteert. Het zou concreet gaan om interne rekeningen van de banken die gebruikt worden om geld wit te wassen. Het gaat meer bepaald om rekening 231215. UBS biedt volgens Basano ook een "Private Investment Company" (CIP) voor zijn klanten in een belastingparadijs zoals Curaçao of de Kaaimaneilanden aan, waar het geheime beheer van geld wettelijk wordt beschermd.

Een CIP is slechts een façade, een eenvoudige offshore ‘schil’ dus. De geregistreerde eigenaar is een ander vergelijkbaar bedrijf gevestigd in Panama of Zwitserland, meestal een fiduciaire (zoals Parcifal, zie verder). De private banker controleert dus beide façades.

In het hele verhaal willen we nog een slag om de arm houden. Eind de jaren 90 dook immers een gelijkaardig verhaal op. Een kaderlid van KBL Antonio Costa, gaf toen wel valse informatie over bankrekeningen aan Vlaamse journalisten. Sommigen 'beten' en anderen niet. De informatie werd toen als waar gebracht door De Morgen.

Costa, voormalig kaderlid van de Kredietbank Luxemburg (KB Lux), werd uiteindelijk veroordeeld tot 18 maanden celstraf en een boete van 2.478,93 euro (100.000 frank). De Siciliaan liet verstek gaan, waardoor de rechtbank zijn onmiddellijke aanhouding beval. Costa verstrekte concreet in 1999 valse documenten (oa vervalste bankuittreksels) aan journalist Ludwig Verduyn. Daaruit bleek valselijk dat minister van Financiën Didier Reynders een gespekte Luxemburgse bankrekening had. Reynders was 'not amused'.

Het verschil met de informatie van Basano vandaag is drieledig. In de eerste plaats beschuldigt de boekhouder (de al overleden) Van Rossem niet. Het gaat hem om de complexe zwendel met het vele geld van of voor Koeweit. Hij gebruikt enkel de bankinformatie van de Westvlaming om een mechanisme bloot te leggen. Als Basano een man viseert, is het wel DSK.

Nog belangrijker is dat er in de informatie van de Franse boekhouder details aanwezig zijn die ook opdoken tijdens de processen van de gevallen oplichter. Het gaat meer specifiek over de buitenlandse vennootschappen die als fiducaire of schermvennootschappen gebruikt werden (zie onder): Parcifal in Zwitserland, Tuscany Equities Incorporation in Luxemburg en IBAC in Curaçao. Zelfs de Bank van Roeselare duikt op in het verhaal.

Tot slot heeft de Franse boekhouder ons niet benaderd met zijn informatie.

ONDER DRUK

Hoe zat die oplichting van Van Rossem in elkaar? Begin 1992 komt de Westvlaming onder grote druk te staan. Dan ontkent de beursgoeroe dat hij via zijn beleggingssysteem Moneytron zwart geld wit waste. "Het geld ging systematisch terug naar zwarte Zwitserse bankrekeningen”, zei Van Rossem. Volgens hem verstrekten vooral de Bank van Roeselare, de Franse bank Paribas en de Nederlandse bank ABN-AMRO leningen aan zijn rijke cliënten die dit vervolgens belegden bij Van Rossem.

Volgens Van Rossem liepen vooral de banken met de beleggingsopbrengst weg. Zijn cliënten zouden slechts een normale rentevergoeding gekregen hebben. De leningen werden vaak op notoriëteit gegeven waarbij het om bedragen ging die het half miljard frank (12,5 miljoen euro) overtroffen. Van Rossem zei voorts niet te begrijpen waarom Roland Vanden Avenne dan ontkende ooit zaken met hem gedaan te hebben. Ook de Bank van Roeselare ontkende in eerste instantie ooit enige financiële relatie met Van Rossem gehad te hebben.

Het management van die laatste bank was toen sterk op zijn zelfstandigheid gesteld en om zich te verdedigen tegen een ongewenste overname werd in overleg met enkele West-Vlaamse families (waaronder de familie De Clerck van de groep Beaulieu) en de verzekeringsmaatschappij Mercator de holding Brinvest opgericht. Brinvest controleerde in 1995 ongeveer een kwart van de aandelen van de bank, maar kreeg er nooit echte zeggenschap. Toen in 1987 de Amerikaanse eigenaar van de kleine Europabank deze bank verkocht, kwamen 75 % van de aandelen ervan bij Brinvest terecht.

In een gesprek met het weekblad Panorama-De Post gaat Van Rossem dan dieper op de Moneytron-problematiek in. Volgens hem werkte zijn systeem, maar miste hij startkapitaal. Die vond hij bij “een Westvlaamse familie”, binnen die structuur van een Zwitserse holding (Parcifal).

Van Rossem zag naar eigen zeggen zijn beleggingswinst omgezet worden in aandelen van die holding. Die aandelen zijn volgens Van Rossem dan geblokkeerd. Van Rossem zegt niet te kunnen zeggen of die Westvlaamse familie met wie hij in zee ging de familie De Clerck (Beaulieu) is. "Als ik de naam zeg ga ik eraan”, zei hij.

In 1994 duiken in het beleggingsverhaal van Van Rossem ook nog twee Luxemburgse vennootschappen op, Société Rotempe Finance Corporation en Tuscany Equities Incorporation, waarvan volgens De Tijd bekend is “dat ze werden opgericht door Roland Vanden Avenne”, maar waarvan het doel volgens de media “onduidelijk” is.

Albert Mahieu beweert dan een nog beter zicht te hebben op het complexe verhaal van Van Rossem. Volgens hem gaat het om 364.403.617 miljoen dollar (of dan bijna 13 miljard Belgische frank), met Brussel als vertrekpunt, met tussenstations in Genève, Zurich, New York en Panama, en met Curaçao als eindstation.

Voor dat circuit tekenden volgens Mahieu twee andere figuren die enkel met hun initialen waren vermeld: R.V.d.A. en R.D. De media: “Voor waarnemers die vertrouwd zijn met het dossier-Van Rossem, hebben deze initialen weinig geheimen en gaat het om Roland Vanden Avenne van de gelijkname Westvlaamse groep, en Roger De Clercq, de spilfiguur van de Beaulieu-groep.” Zij zouden achter die Zwitserse fiduciaire Parcifal zitten.

De “operationele leiding” was volgens Mahieu wel in handen van Roland Vande Avenne. Hij gaf volgens hem “instructies aan Van Rossem”, die werkte met die Zwitserse fiduciaire Parcifal. Langs dat kanaal werd het vele geld versast naar de vennootschap IBAC op Curaçao. Dat luik van het dossier werd overigens nooit uitgeklaard.

foto: Isai Symens wikipedia

 

Jean-pierre van rossem

Reacties

Resterende karakters 500
Nieuwsbrief Mis nooit meer het laatste nieuws, exclusieve aanbiedingen en boeiende verhalen van P-magazine! Schrijf je nu in voor onze nieuwsbrief en blijf altijd op de hoogte.
Zoeken