De 'Poort naar de Hel' bestaat echt, beste mensen en het is niet de voordeur ten huize van Guy Verhofstadt.
Neen, hiervoor moet je de rugzak pakken en een avontuurlijke reis ondergaan naar de Karakumwoestijn in Turkmenistan. Daar ligt namelijk de krater van Derweze. Met zo'n naam kan je uiteraard geen nieuwsgierige toeristen lokken, dus heeft de lokale bevolking de krater dan ook omgedoopt tot de 'Poort naar de Hel'.
Niet omdat de krater tot aan de rand is gevuld met Belgische belastinginspecteurs, maar omdat het ding al 48 jaar lang in de fik steekt. In 1971 waren geologen uit de voormalige Sovjetunie hier naar olie aan het boren, toen ze per ongeluk op een aardgasveld stuitten. De grond zakte in, de olieboor viel in de grond en veroorzaakte een immense krater. Om het lekkende methaangas te stoppen, beslisten de niet zo snuggere Ruski's om de boel in brand te steken, in de hoop dat het gas opgebrand zou geraken.
Dit bleek echter een grote vergissing, want tot op de dag van vandaag zit de krater nog lekker te smeulen. Een geluk bij een ongeluk, want de krater groeide uit tot een gigantische toeristische trekpleister. Een welgekomen geschenk voor een arm land als Turkmenistan.
Met een diameter van 60 meter en een diepte van 25 meter levert het een surrealistisch beeld op. Neem daar nog eens bij dat tijdens de nacht duizenden spinnen zich er telkens massaal de dieperik in storten - vanwege de aantrekking tot het felle licht - heeft de krater zijn bijnaam zeker niet gestolen.
De sterke zwavelgeur die er rondom heerst, maakt het plaatje compleet als luxeverblijf van niemand minder dan Lucifer himself. Het geologische wonder is tevens ook een perfecte metafoor van het dictatoriale regime dat er heerst in het land.
Bezoeken op eigen risico dus en denk eraan... wie zijn billen brandt, moet op de blaren zitten.