In het ‘testament’ van Christian Smets, de voormalige nummer 2 van de Staatsveiligheid, wordt vooral gefocust op de piste van ‘racket’ van Delhaize door de Bende.
Wie de tekst goed leest, merkt een vreemde opmerking over een ‘komiek duo: B&B’. Het gaat uiteraard over het beruchte duo Madani Bouhouche en Robert Beijer.
Smets: “Een golf (82-83) chronologisch gescheiden van de andere (85) (waarvoor specifieke kennis nodig was); een andere meer dodelijke (in 1985) die alleen Delhaize viseerde en dan niets behalve 2 ervaren komieken B&B die zonder voorzichtigheid een Antwerpse diamantair bezoeken op een plaats vol camera’s (heel normaal!).”
De stelling dat er na de ‘hold-ups’ in 1985 (in het kader van ‘racket’) niets meer gebeurde tot B&B die Antwerpse diamantair bezochten in 1989, is merkwaardig. Zo was er bijvoorbeeld de moord op FN-topman Mendez in 1986.
Over dat ‘bezoek’ aan die Antwerpse diamantair in 1989 dit. We nemen de versie deels over van de beheerder van de site over de Bende van Nijvel.
Op zaterdag 2 september 1989 zijn er 3 personen aanwezig in een appartement in Antwerpen: Ali Suleiman Ahmad, zijn zoon en de broer. Ze zijn van Libanese afkomst en zijn sjiitische moslims. De feiten vinden plaats te Van Eycklei 28, 2018 Antwerpen. Opmerkelijk detail: Ali Suleiman Ahmad bezocht Israël regelmatig. De familie is niet geheel onbesproken, en dat is een understatement.
Even voor zeven uur 's avonds, opent de achttienjarige zoon van Suleiman de deur van het appartement voor een man die zich uitgeeft voor ‘telegrambesteller’. De man blijkt vergezeld te zijn van een medeplichtige.
De twee overvallers trekken een vuurwapen en dwingen de drie aanwezige Libanezen te gaan zitten. Plotseling roept vader Ahmad dat de overvallers slechts met alarmpistolen gewapend zijn, waarop de drie Libanezen zich op het tweetal storten. De wapens zijn echter echt en de ‘telegrambesteller’ schiet Suleiman en Saïd neer.
De jongeman grijpt een ivoren slagtand en slaat daar de ‘telegrambesteller’ mee op het hoofd, waarop de overvallers op de vlucht slaan. (red: zie later de verklaring van Beijer, dat feit zou eerder gebeurd zijn)
Rond 19u10 komt Ali Bassam Ahmad, de broer dus, aan op het politiecommissariaat van de 4e divisie van de politie van Antwerpen. Hij is in paniek en schreeuwt in het Engels dat zich een vuurgevecht heeft voorgedaan op de Van Eycklei.
Politiemensen vergezellen hem tot aan het adres. Ze stellen vast dat de ingangsdeur van het appartementsgebouw werd geforceerd. Op de tweede verdieping vinden de agenten bloedsporen. Ook treffen ze op de trap een huls kaliber .45. In de hal op de tweede verdieping worden verschillende voorwerpen gevonden: een pruik, een pet, handboeien en een omslag van de RTT die het bewuste telegram bevat.
Zij vinden het lichaam van een man op de grond. Het gaat om Ali Suleiman Ahmad, die overleden is aan de een schotwonde. In de omgeving van het lichaam wordt een Browning pistool gevonden met nog een kogel in, alsook een huls van het projectiel.
Saïd heeft een kogel in het hoofd, maar zal de overval na een operatie in de Verenigde Staten overleven. Onderzoek van het wapen en de pruik die de gangsters achterlieten verschaft snel zekerheid over de identiteit van de overvallers, Madani ‘Dany’ Bouhouche en Robert ‘Bob’ Beijer.
Over het motief tast met evenwel in het duister. De vogels zijn echter gevlogen. Tegen beiden wordt via Interpol een internationaal aanhoudingsmandaat uitgevaardigd en de Staatsveiligheid stelt een eigen onderzoek in.
Ten gevolge van een resem ‘communicatiestoornissen’ tussen de Antwerpse onderzoeksrechter Nico Snelders, zijn Nijvelse collega Luc Hennart en de 23ste Gerechtelijke Brigade gaat er echter kostbare tijd verloren.
Op 11 september meldt de Staatsveiligheid aan eerste substituut Van Doren, de chef van de 23ste Brigade, dat Bouhouche in een residentie in de buurt van Torremolinos verblijft. Van Doren speelt deze informatie door aan onderzoeksrechter Hennart.
Die vertikt het echter om de Spaande politiediensten te vragen Bouhouche te arresteren. Dit vindt de Staatsveiligheid al te gortig en de directie bezorgt daarom al haar gegevens over Bouhouche aan de vijf procureurs-generaal.
Hierdoor onder druk gezet, contacteert Hennart uiteindelijk de Spaanse autoriteiten. Op 15 september slaagt de Spaanse politie er op de valreep in Bouhouche te arresteren. Hij stond op het punt met het vliegtuig naar een Latijnsamerikaans land te vertrekken. Robert Beijer bleek inmiddels op 9 september naar Paraguay te zijn gevlucht. Van daaruit vertrok hij na een kort verblijf bij Jean Bultot op 23 september naar een Zuidamerikaans land.
Beijer hierover aan auteur Guy Bouten: "Ik handelde in opdracht van twee Sovjetdiplomaten in Parijs, die me vroegen om een speelschuld te gaan innen. Ik had Bouhouche als bodyguard meegenomen. We deden ons voor als telegrambestellers. Toen we het appartement aan de Van Eycklei wilden betreden, rook ik onraad en vreesde een valstrik. Dany wou niet luisteren en zette door. Eenmaal binnen kreeg ik meteen een tand van een olifant op het hoofd. Dany schoot twee man neer en sleepte me naar de uitgang en redde zo mijn leven."
De politie heeft de namen van de diplomaten nooit gevonden. Bob: "Toch normaal. Het waren spionnen."
Niet iedereen gelooft dat het om het innen van schulden gaat. Een bron: “Leden van de Ahmad-clan in Antwerpen werden het slachtoffer van een moordaanslag door Bouhouche en Beijer, mogelijk als vergelding voor de gebeurtenissen in Sierra Leone.” Een ander lid van dezelfde clan nam in 1987 immers deel aan een mislukte staatsgreep in Sierra Leone, en moest daarom halsoverkop naar Antwerpen vluchten.
Nico Snelders is boos. Omdat de sporen in de richting van Bouhouche en Beijer wezen en er dus mogelijk raakpunten waren met het bendedossier, vroeg Snelders zijn collega’s in Dendermonde en Nijvel om inzage te krijgen in dat dossier.
“Die vraag werd gesteld maar nooit beantwoord”, blikt Nico Snelders terug in een gesprek met de media. “Vrij kort nadien werd ik van het onderzoek ontheven en werd het dossier overgeheveld. De beweegreden om mij zo snel van het onderzoek te halen, heb ik nooit geweten. Het is alleszins niet gebruikelijk dat iemand na zo’n korte tijd wordt ontheven.”
De moord op de Libanees komt voor assisen. Bouhouche werd uiteindelijk, in 1995, na een bijna zes maanden aanslepend assisenproces, tot twintig jaar veroordeeld voor de moord op Ahmad, voor de roofmoord op veiligheidsagent Francis Zwarts en heling van (oorlogs-) wapens. Beijer werd veroordeeld tot 14 jaar cel voor slagen en verwondingen aan Ahmad, de zware straf kwam er door eerdere veroordelingen.
Voor de moord op wapenhandelaar Juan Mendez werden Bouhouche en Beijer vrijgesproken. Het onderzoek van de Nijvelse onderzoeksrechter Hennart leverde onvoldoende bewijsmateriaal op.
Het is verbazingwekkend dat het pas aan het einde van de hoorzitting van dit proces was om eindelijk de namen te horen van Serguei Krivoshetev en Nicolaï Govo-rokhmin, de vermeende Sovjet-agenten verbonden aan de voormalige ambassade van de USSR in Parijs, die Beijer zouden hebben geïnstrueerd. De zaak zou evenwel niet draaien rond schulden, maar rond een bekentenis inzake een Israëlische agent (van de Mossad). Veel mist dus over deze zaak.
In december 1999 komt Beijer voorwaardelijk vrij. In september 2000 werd Bouhouche voorwaardelijk vrijgelaten. Deze laatste overleed in 2005 al is niet iedereen hiervan overtuigd.