Gelukkig dat ons hoofd vastzit.
Als je geen gedoe wilt, dan laat je een portefeuille, handtas of gsm best liggen. Raap je het ding op, dan moet je daar - volgens de letter van de wet - aangifte van doen. Volgens de VVSG was de wet van 30 december 1975 aan een update toe. “Wie een verloren voorwerp op een openbaar domein vindt, moet hiervan binnen de zeven dagen aangifte doen bij de gemeente. Die regel blijft, maar wordt nu ook uitgebreid naar particuliere eigendommen”, zegt Nathalie Debast van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) in ‘Het Nieuwsblad’.
De aanpassing van de wet klinkt een beetje als huisvlijt. Wie gaat dat controleren en/of sanctioneren? Nu goed, wat ook verandert is de termijn dat je nog recht hebt op je verloren spul. Vroeger was je zes maanden na verlies van een voorwerp niet langer eigenaar van dat voorwerp. Die termijn wordt nu opgetrokken naar vijf jaar. Dat wil ook zeggen dat als je voorwerp verkocht is, je vijf jaar later nog altijd de opbrengst van die verkoop kan claimen. Handig om te weten.
Ben je gelovig dan kan je een schietgebedje naar de heilige Sint Antonius doen, die ontfermt zich al eeuwen over verloren spul. Echt effectief is hij blijkbaar niet, want in heel Vlaanderen kunnen de kantoren van de politie het aanbod verloren voorwerpen nauwelijks aan. Blijkbaar gaan de meesten ervan uit dat verloren, gewoon verloren is. Maar dat is niet altijd zo. Ga je niet meteen naar de politie, cheque dan alvast even op verlorenofgevonden.be. Schaadt het niet, dan baat het niet.