Bovennatuurlijke prestaties van Pogacar doen vragen rijzen.
Het zal toch weer niet waar zijn zeker? De wielersport heeft een slechte reputatie als het op natuurtalent aankomt. Een peloton was in het verleden een rijdende apotheek en telkens wanneer een toptalent de kop boven het maaiveld stak, bleek achteraf dat hij de natuur een handje had geholpen. Dat zorgt voor argwaan wanneer er weer een van hen “vijf kilometer per uur rapper” schijnt te kunnen rijden.
"Ik laat mijn beste waardes optekenen en toch kan ik geen platte prijs rijden”, zei Thomas De Gendt, en zette daarmee een geruchtenmolen aan het draaien, zonder dat hij daar wellicht zelf op aanstuurt. De Gendt staat bekend als een cijferaar, man van statistiek en historiek. "Wanneer die zoiets verklaart, kan dat niet zonder reden zijn", klinkt het.
De snelheid waarmee Tadej Pogacar bijvoorbeeld de Col de la Colombière opsnelde en - op Dylan Teuns na - de ene na de andere renner voorbijstoof, liet de kijkers niet enkel met bewondering achter. Hier en daar werden ook wat wenkbrauwen gefronst: is dat soort bovenmenselijke vertoning - hij reed ook nog eens op zijn buitenblad - nog wel van deze tijd?
Pogacar rijdt iedereen – sommigen letterlijk – naar huis. Pogacar is een Sloveen, wat niet bijdraagt aan zijn geloofwaardigheid. De grote leidsman van zijn ‘ UAE Team Emirates ‘ is de Spanjaard, Matxin Fernandez, die een verleden heeft bij het omstreden Saunier Duval. Is één en één twee?
Wellicht is dat net iets teveel paranoia. Of is er toch meer aan de hand, en wel met het hele peloton? De Tour raast met ongeziene snelheid doorheen het parcours. Het ritgemiddelde schuurt regelmatig tegen de grens van 50 kilometer per uur aan. Heb je dat al eens met je fiets proberen te rijden in je straat, 50 kilometer per uur? Probeer het maar eens 200 kilometer lang.
Van Aert en van der Poel laten ook prestaties optekenen die ongezien zijn in ons sterrenstelsel. Dus?
Laten we vooralsnog de twijfel het voordeel geven.