Deze ochtend kreeg Staatssecretaris Mahdi in De Kamer enkele vragen over het artikel verschenen in De Morgen waarin de echtgenoot van kamerlid Darya Safai (N-VA) werd genoemd.
Mahdi: “Op maandag 15 februari ontving ik een brief (een geclassificeerde nota, td) van de Veiligheid van de Staat die ook gericht was aan de minister van Justitie, aan de adviseur-generaal van de Directie Consulaire Zaken en Visumbeleid en aan de directeur-generaal van de DVZ.”
“Daarin werd melding gemaakt van geruchten dat er bij het verlenen van humanitaire visa aan Iraanse opposanten sprake zou zijn van mistoestanden en dat er in bepaalde gevallen geld zou zijn gevraagd. Het zou gaan om een groep Iraanse opposanten die in Turkije verbleef en met humanitaire visa naar België is gekomen. Er werd melding gemaakt van twee namen van personen die daarbij zouden zijn betrokken, met name de heer Saeed Bashirtash en zijn echtgenote Darya Safai.”
Mahdi: “Ik heb dezelfde dag nog een onderzoek bij de DVZ gevraagd. De dienst bevestigde dat er inderdaad in september 2020 door 14 Iraniërs een humanitair visum type D werd gevraagd. Het gaat om opposanten en journalisten die zich op dat moment in Turkije bevonden. De visa werden toegekend door de DVZ na individuele analyses van de dossiers en na het advies aan de Veiligheid van de Staat te hebben gevraagd.”
Mahdi: “Op 16 februari heb ik per brief een officiële melding gedaan van 'een gerucht dat mij bereikte'. Ik heb dus noch de gehele nota noch de bron prijsgegeven in mijn schrijven aan het parket. Wel heb ik aan het parket beklemtoond dat het ging om onbevestigde informatie.”
Een belangrijke vraag nu is wat het federaal parket zal doen met de melding van de Staatssecretaris.