Minister van Buitenlandse Zaken Wilmès kreeg vandaag in de bevoegde Commissie van De Kamer een vraag over het gevoelige dossier van de metissen. Metissen zijn de kinderen van een blanke vader (in functie in een Belgische kolonie of een mandaatgebied van België) en een Congolese, Rwandese of Burundese moeder uit de plaatselijke bevolking.
Wilmès: “De oprichting van een gedenksteen of een ander tastbaar gedenkmonument zal, nu de nieuwe regering in functie is, worden onderzocht. Wij hebben de metissenverenigingen uitgenodigd om ter zake suggesties te doen.”
De koloniale overheden, zowel de burgerlijke als de kerkelijke overheden, beschouwden deze metissen als een ernstig probleem. Ze waren vaak geboren uit relaties die er niet hadden moeten zijn of uit huwelijken die niet wettelijk gesloten waren.
Velen werden bij hun moeder weggehaald en in weeshuizen of pensionaten geplaatst. Vanaf 1959 werden veel van deze kinderen naar België gestuurd, waar ze terecht kwamen in opvanghuizen of in adoptiegezinnen. Ze kregen lange tijd geen volwaardige burgerrechten. Sinds een paar jaar staat het dossier van de metissen hoog op de politieke agenda.